Nederland verzet zich tegen EU-begroting van 200 miljard euro: 'Dit is heel moeilijk thuis uit te leggen'

In dit artikel:

De EU heeft in de nacht van vrijdag op zaterdag een akkoord bereikt over de begroting voor 2026 van bijna 200 miljard euro, maar Nederland stemde niet in. De onrust draait om de gezamenlijke leningen uit de coronaperiode (de omstreden eurobonds): die zijn destijds uitgegeven zonder rekening te houden met het risico van sterk oplopende rentes. Nu moeten de extra rentelasten worden opgevangen, wat voor 2026 een gat van ongeveer 4,2 miljard euro oplevert.

Om het tekort te dichten is gekozen voor het aanspreken van reserves en budgetten die eigenlijk bestemd zijn voor toekomstige tegenvallers, een oplossing waar Nederland, Finland, Zweden en Oostenrijk kritiek op hebben. Nederland, Finland en Oostenrijk onthielden zich tijdens de stemming (praktisch een nee); Zweden stemde expliciet tegen. Deze landen vinden dat er veel strenger gesneden moet worden in vaste uitgaven, en wilden ook de groei van het aantal EU-ambtenaren beteugelen.

Het Europees Parlement pleitte voor nog minder bezuinigingen, maar dat werd van tafel geveegd. Er is nog geen gedragen plan om de oplopende schulden en rentelasten structureel af te lossen en voorstellen voor nieuwe EU-belastingen krijgen weinig steun. De Nederlandse ambassadeur vatte het dilemma samen: “Nederland moet moeilijke financiële keuzes maken... Ik vind dit heel moeilijk om thuis uit te leggen.” En: “De EU-begroting is geen all-you-can-eat-restaurant.”