Nederland riskeert Europese sanctie door ongemelde staatssteun aan Limburgse autofabrikant

dinsdag, 30 september 2025 (06:08) - Follow the Money

In dit artikel:

In Born (Limburg) huurt Defensie sinds juli 2025 ruim een kwart van het bijna 150.000 m² grote terrein van autofabrikant VDL Nedcar, terwijl de fabriek al twee jaar eerder door het kabinet als ‘ongeschikt’ voor militaire productie werd bestempeld. Er zijn nog geen concrete productieplannen, geen klanten, geen orders en ook geen definitieve vergunningen; het ministerie en VDL voeren voorlopig verkennende gesprekken met potentiële partners zoals dronebouwers en Rheinmetall voor onderhoudswerk. Provincie Limburg kondigde half september aan 15 miljoen euro te willen gaan investeren in het terrein; VDL draagt zelf 10 miljoen bij — samen circa 25 miljoen euro voor onder meer droneproefprojecten, duurzaamheid en energie.

Tijdlijn en politieke druk
De ommekeer is opvallend. Toen BMW in 2023 vertrok en duizenden banen verloren leken te gaan, reageerden lokale politici en Kamerleden fel en vroegen zich af of militaire productie werk kon behouden. In 2023 wezen staatssecretaris Christophe van der Maat en minister Micky Adriaanse nog op de ongeschiktheid van de site voor defensieproductie. Een jaar later toonde minister Kajsa Ollongren zich in de media ontvankelijk voor het idee. Uiteindelijk ondertekende minister Ruben Brekelmans (VVD) in juli 2025 het huurcontract. De onderhandelingen liepen volgens VDL geleidelijk, mede door geopolitieke ontwikkelingen en extra defensiebudgetten.

Praktische en juridische vraagtekens
Deskundigen hekelen de volgorde: eerst huren, dan kijken wie wat gaat maken. Dat roept twijfels op over marktverstoring en verkapte staatssteun. Door langehuur van faciliteiten verbetert de kredietwaardigheid van VDL en ontstaat een concurrentievoordeel dat volgens econoom Hans Vedder grotendeels voortvloeit uit overheidsingrijpen. Europees rechtsspecialist Leigh Hancher zegt dat als de overheid een bedrijf kunstmatig in de lucht houdt, dit aangemeld moet worden bij de Europese Commissie; zonder zo’n melding bestaat risico op handhaving wegens verboden staatssteun. Het ministerie van Defensie stelt dat de locatie ‘feitelijk een defensielocatie’ wordt en ziet geen noodzaak tot melding; verdere financiële details noemt het vertrouwelijk.

Huidige status en uitkomsten
Tot nu toe is VDL alleen een tijdelijke gedoogverklaring verstrekt door de provincie (september) om drones te mogen assembleren, geldig tot medio 2026 — een pilot die nog niet begonnen is en waarvan het effect op werkgelegenheid door de provincie als beperkt wordt ingeschat. Tegelijk blijkt uit cijfers dat 86 procent van de voormalige VDL-medewerkers inmiddels nieuw werk heeft gevonden. VDL’s jaarrekeningen tonen nog steeds negatieve cashflow en er zijn na jaren van Haagse bemoeienis geen nieuwe commerciële klanten aangekondigd.

Breder politiek-economisch patroon
De zaak past in een langer patroon van overheidsinmenging sinds BMW in 2020 vertrok: ministers en zelfs premier Rutte bemoeiden zich met het aantrekken van opdrachten. Critici waarschuwen dat politieke druk om banen te redden leidt tot snelle beleidskeuzen die achteraf als staatssteun kunnen worden aangemerkt. Zij vinden bovendien dat, als het doel echt is om defensiecapaciteit uit te breiden, bestaande gespecialiseerde producenten met bewezen productielijnen wellicht zinvoller ondersteund hadden kunnen worden.

Conclusie
De samenwerking tussen Defensie, VDL Nedcar en provincie Limburg wordt door voorstanders gepresenteerd als een ‘win-win’ voor veiligheid en de regio, maar juristen en economen zien serieuze risico’s op verkapte staatssteun en marktverstoring. Zonder concrete orders of transparante onderbouwing van de keuze voor deze locatie blijft onduidelijk of de investering vooral defensiedoelen dient of vooral een reddingsoperatie voor een bedrijf zonder voldoende commerciële klanten.