Nederland onaantrekkelijk? Eerder té aantrekkelijk!

zondag, 21 september 2025 (13:03) - NRC Handelsblad

In dit artikel:

Koning, ministers en bedrijfsleden klonken deze week in de troonrede en Miljoenennota alarm: Nederland dreigt minder aantrekkelijk te worden voor bedrijven. Bedrijfsverenigingen luiden de noodklok — VNO-NCW spreekt van een mogelijke “stille exodus” van investeringen — maar harde cijfers laten geen eenduidig beeld zien. Winsten zijn de afgelopen jaren sneller gestegen dan investeringen, investeringsvolumes schommelen, en zachte signalen zoals ondernemerssentiment en internationale ranglijsten wijzen op verslechtering, aldus het CBS en VNO-NCW‑onderzoeken rond Prinsjesdag.

Tegelijkertijd zitten de nuances erin: Nederland daalt wel op vergelijkende lijsten maar blijft in de wereldwijde top tien blijven staan. De stemming onder ondernemers is recent licht verbeterd en een meerderheid beoordeelt de eigen situatie nog als goed tot zeer goed; bijna één op de tien bedrijven vindt de eigen situatie slecht. Dus: er is zorg, maar geen totaalbeeld van massale kapitaalvlucht.

Het artikel trekt een belangrijke verklaring aan: veel knelpunten zijn bijproducten van succes. De economie loopt tegen fysieke en arbeidsgrenzen aan — tekorten aan personeel, beperkte bouwruimte, een vol stroomnet en het stikstofdossier remmen groei. Bovendien werkt beleid soms contraproductief: volgens hoogleraar Arnoud Boot houdt de overheid bestaande bedrijven te veel in bescherming via subsidies en gedogen, waardoor nieuwe ondernemingen weinig kansen krijgen en schaarse middelen niet vrijvallen. Strenger en consistenter reguleren zou ruimte scheppen voor ondernemerschap dat minder maatschappelijke kosten veroorzaakt.

Praktische voorbeelden illustreren de problematiek: gesprekken rond het vergroenen van Tata Steel laten zien dat traditionele spelers zwakke businesscases hebben in een veranderend duurzaamheidskader en dat hun personeel ook elders inzetbaar is — een afbouw kan plek creëren voor andere bedrijven. Boot pleit niet voor paniek bij bedrijfssluitingen, maar voor politieke keuzes die prioriteit geven aan kwaliteit boven kwantiteit, minder subsidiëring en langere beleidshorizonten.

Aanbevelingen in het stuk: vermindering van stikstofuitstoot, strengere handhaving van normen, minder gedogen en kortlopende subsidies, en een stabiel beleidskader van ongeveer tien jaar. Dat moet ruimte en voorspelbaarheid geven zodat Nederland zijn sterke vestigingsklimaat — hoge levenskwaliteit, goed opgeleide beroepsbevolking en infrastructuur — kan behouden en vernieuwen.