Nederland krijgt in 1 week evenveel asielaanvragen als Denemarken in 8 maanden
In dit artikel:
De rijksoverheid meldt dat de asielinstroom in Nederland vorige week ongeveer duizend personen bedroeg — een niveau dat al weken min of meer stabiel blijft (achtereenvolgens circa 1.000, 900, 800, 900, 900). Deze cijfers betreffen alle vormen van instroom: eerste en herhaalde aanvragen, nareizigers, hervestiging en herplaatsing. Daardoor blijft de druk op het Nederlandse asielsysteem structureel hoog.
Ter vergelijking: Denemarken registreerde in de eerste acht maanden van 2024 in totaal ongeveer 1.096 aanvragen en keerde voor heel 2024 slechts 864 verblijfsvergunningen toe, terwijl Nederland volgens het CBS in 2024 ruim 44.000 asielzoekers en nareizigers telde. Denemarken hanteert een veel strenger migratiebeleid; in 2024 vroegen daar circa 2.333 mensen asiel en werden 1.209 dossiers inhoudelijk beoordeeld — de overige aanmeldingen werden onder meer teruggeleid via het Dublin-akkoord.
Nederland kan om dezelfde redenen niet altijd asielzoekers terugsturen naar het eerste EU-land van binnenkomst. Een belangrijke juridische belemmering vormt een uitspraak van de Raad van State over België: terugzending van alleenstaande mannelijke asielzoekers is niet meer toegestaan omdat de opvangsituatie daar volgens de rechterlijke instanties zodanig verslechterd is dat deze personen het risico lopen op straat te belanden zonder basisvoorzieningen, wat mensenrechtelijke bezwaren oproept. Hierdoor blijft praktische toepassing van het Dublin-akkoord voor Nederland beperkt.