Nederland helpt Palestijnen bij vlucht uit Gaza
In dit artikel:
Het is bijna onmogelijk voor Palestijnen om Gaza te verlaten, en dat vertaalt zich in nauwelijks asielaanvragen in Nederland. Voor het eerst lukte het vorige week echter dertien Palestijnen om met hulp van het ministerie van Buitenlandse Zaken naar Nederland te reizen: het gaat om wetenschappers, studenten, journalisten en enkele mensen die via gezinshereniging kwamen.
Onder hen is Hazem Abu-Orf, hoofddocent stedenbouw aan de Universiteit van Palestina, die een tijdelijke aanstelling kreeg als wetenschappelijk medewerker bij NIAS, een onderzoeksinstituut dat onderzoekers uit conflictgebieden opvangt. Hij reisde met zijn vrouw; tevens kwam journalist Achmed Abu Artema mee en gaat voor De Correspondent werken. De krant heeft een aanvraag bij de IND ingediend om meer Palestijnse journalisten naar Nederland te halen, met het argument dat steeds minder verhalen uit Gaza gehoord kunnen worden doordat veel collega's zijn omgekomen of niet kunnen werken.
Vijf studenten kregen beurzen van de Universiteit van Maastricht; onder hen is Nourhan Attallah, die twee jongere gezinsleden meebracht, waaronder de elfjarige vloggende kok Renad Attallah. Drie anderen kwamen via gezinshereniging. NIAS-directeur Jan Willem Duyvendak noemt de operatie opvallend gezien het terughoudende Nederlandse beleid (waar andere landen bijvoorbeeld wél zieke kinderen uit Gaza opvangen) en wijst op de politieke moed die nodig was. Volgens Duyvendak en betrokkenen faciliteerde voormalig NSC-minister Caspar Veldkamp dit stilletjes vanuit Buitenlandse Zaken.
De nieuwkomers hebben tijdelijke verblijfsvergunningen en kunnen asiel aanvragen. De Universiteit van Palestina is intussen geheel verwoest; Abu-Orf zegt niet te weten waar zijn toekomst zal liggen. Het ministerie wil geen details geven over eventuele nieuwe aanvragen; universiteiten zoals Utrecht tonen interesse en onderzoeken mogelijkheden om vergelijkbare hulp te bieden.