Nederland gespleten: stad stemt D66, platteland blijft trouw aan PVV - kloof groter dan ooit
In dit artikel:
De verkiezingsuitslag legt volgens het artikel een diepe kloof tussen stads- en platteland-Nederland bloot: in de Randstad domineert D66, op het platteland wint de PVV. Vooral in het zuiden — Zeeland, Noord-Brabant, Limburg en de Zuid-Hollandse eilanden — zijn landelijke kiesdistricten uit alsbepalend voor de PVV-zege. Dit wordt niet alleen als woede omschreven, maar als verzet tegen wat veel buitenstaanders ervaren als Randstedelijke arrogantie.
Electoraal geograaf Josse de Voogd wijst op scherpe verschillen op korte afstand: binnen één provincie kunnen steden als Middelburg D66 stemmen terwijl nabijgelegen havengemeenten als Vlissingen duidelijk voor de PVV kiezen. Op het platteland, en met name in gebieden als de Peel waar boeren al jaren kampen met stikstofmaatregelen, ontbreekt D66-achterban vrijwel volledig. Kiezers daar richten zich op partijen die spreken over banen, gezin, grondbezit en toekomstzekerheid in plaats van abstracte idealen.
Boeren en dorpsbewoners klagen dat beleid uit Den Haag hen raakt zonder dat hun kennis of praktijkervaring wordt meegewogen. Een pluimveehouder uit Helenaveen vat dat sentiment bondig samen: “Het kan wél.” Daarmee bedoelt hij dat landbouw en natuurbeheer volgens velen goed te combineren zijn, mits beleid uitgaat van vertrouwen en vakkennis in plaats van regels en symbolische politiek. In de beleving van plattelandskiezers staat D66 voor druk, schuldgevoel en controle, terwijl stadsbewoners het juist associëren met vooruitgang, diversiteit en klimaatmaatregelen — de zogenaamde “vibes” waar partijleiders naar verwijzen.
Het artikel concludeert dat de breuk niet louter cultureel is maar existentieel: het draait om wie zich nog vertegenwoordigd voelt in Nederland. Zo lang Den Haag volgens de auteur blijft kiezen voor beleid dat door veel buitenstedelingen als afstandelijk en moraliserend wordt ervaren, zal de politieke tweedeling tussen stad en land alleen maar versterken. Een verandering vraagt volgens betrokkenen om meer luisteren, praktisch beleid en erkenning van regionale realiteiten.