Nederlaag voor Timmermans: zijn strenge EU-klimaatplan gaat niet door
In dit artikel:
De Europese Commissie laat het eerdere op 2035 geplande verbod op nieuwe benzine- en dieselauto’s los, waarmee een van de belangrijkste klimaatambities van Frans Timmermans een flinke klap krijgt. In 2023 stelde de EU nog dat vanaf 2035 alleen volledig uitstootvrije nieuwe auto’s verkocht mochten worden; dat harde verbod wordt nu vervangen door een minder streng doel.
Het voorstel van de Commissie vereist nu een gemiddelde CO₂-reductie van 90 procent in 2035 ten opzichte van 2021, in plaats van 100 procent. Dat houdt in dat voertuigen met verbrandingsmotoren en hybrides in de verkoop blijven, mits autofabrikanten genoeg elektrische auto’s bouwen om aan het nieuwe gemiddelde te voldoen. De resterende uitstoot moet worden gecompenseerd: fabrikanten kunnen gebruikmaken van in de EU geproduceerd groen staal of inzetten op schonere brandstoffen zoals e-fuels of biobrandstoffen.
De koerswijziging volgt op zware druk uit landen met grote auto-industrieën, met name Duitsland en Italië, die banen en concurrentiekracht tegenover goedkope Chinese elektrische auto’s vrezen. Bondskanselier Friedrich Merz riep vorige maand formeel om versoepeling; ook de Nederlandse Tweede Kamer uitte zich tegen het verbod. De Commissie presenteert deze aanpassing als onderdeel van een breder pakket dat ook streeft naar goedkopere elektrische modellen en een snellere vergroening van bedrijfswagens.
Het Europees Parlement en de lidstaten gaan over het voorstel stemmen; verwacht wordt dat er voldoende steun is en dat het mogelijk later nog verder wordt afgezwakt. Politieke partijen zoals BBB juichen de wijziging toe; Europarlementariër Sander Smit noemt het terugschroeven van het verbod positief en stelt dat een technologieneutrale aanpak nodig is. Voor klimaatvoorstanders betekent de stap een duidelijke concessie in de strijd om de 2035-doelstelling.