NCTV vindt rellen in Den Haag een teken van normalisering van extreemrechts
In dit artikel:
Demissionair minister van Justitie Foort van Oosten (VVD) kreeg deze week van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) het dringende advies om de rechts‑extremistische motieven achter de rellen in Den Haag expliciet te benoemen. Volgens de NCTV vormen die ongeregeldheden in het Haagse straatbeeld een teken van normalisering van extreemrechts gedachtegoed en het niet noemen daarvan zou dat proces kunnen versterken.
Aanvankelijk volgde Van Oosten dat advies niet: tijdens het vragenuur op dinsdag sprak hij de relschoppers niet expliciet als politiek gemotiveerd aan, wat forse kritiek opriep van oppositiepartijen waaronder D66 en SP — laatstgenoemde had het D66‑partijkantoor zaterdag onder vuur gezien. Later op dinsdagavond nuanceerde Van Oosten zijn woorden en stelde dat “extreemrechtse relschoppers” verantwoordelijk waren; hij veroordeelde in dat debat ook expliciet Nazi‑groeten en antisemitische leuzen als verwerpelijk, maar ging niet dieper in op de vraag of het om politiek geweld ging.
De NCTV benadrukt bovendien dat politici zelf kunnen bijdragen aan normalisering: wanneer invloedrijke personen ideeën van extreemrechtse groepen niet hard afkeuren of onterecht bagatelliseren, geeft dat aanvolgers een gevoel van legitimatie. Die waarschuwing blijkt relevant nu zaterdag’s bijeenkomst op het Malieveld escaleerde en emoties in de Kamer hoog opliepen.
Voorafgaand aan een plenair debat donderdag nam de ChristenUnie het initiatief voor een gezamenlijk veroordelend statement over het geweld. Een aantal partijen — GroenLinks‑PvdA, D66, SP, Denk, Volt en Partij voor de Dieren — weigerde echter te tekenen omdat ook PVV en FvD hun namen onder het document zouden zetten; D66‑Kamerlid Paternotte noemde deelname daardoor ongeloofwaardig en waarschuwde dat het vooral zou fungeren als afscherming van Forum en PVV.