NAVO broedt na Russische luchtruimschendingen op tegenmaatregelen
In dit artikel:
NAVO-bondgenoten hebben de militaire leiding gevraagd te onderzoeken welke tegenmaatregelen mogelijk zijn na een schending van het Poolse luchtruim, melden bronnen aan de NOS. Polen deed vandaag een beroep op artikel 4 van het NAVO-verdrag en riep om overleg omdat het zich bedreigd voelt; dat leidde vanochtend tot een spoedbijeenkomst van de alliantie. De landen wachten met concrete stappen totdat een officieel onderzoek heeft uitgewezen of de schending opzettelijk was, maar binnen het militaire bondgenootschap bestaat daar volgens ingewijden weinig twijfel over.
Vannacht schoot Polen met behulp van Nederlandse F-35's meerdere Russische drones neer die het Poolse luchtruim waren binnengevlogen. NAVO-bondgenoten spraken hun solidariteit uit en veroordeelden het gedrag van Rusland als roekeloos. Diverse Europese ministers reageerden fel en gaan uit van opzet; de Duitse minister van Defensie noemde het een gerichte provocatie, en de Poolse minister van Buitenlandse Zaken benadrukte dat het geen ongeluk kon zijn.
Mogelijke antwoorden van de NAVO lopen uiteen: het versterken van de luchtverdediging langs de oostgrens is een voor de hand liggende eerste stap, maar als blijkt dat er sprake is van opzet kunnen ook directe maatregelen tegen Rusland of Belarus worden overwogen ter verdediging van het bondgenootschap. Demissionair minister van Buitenlandse Zaken David van Weel zei dat er een duidelijk antwoord moet komen wanneer de intentie wordt vastgesteld.
Het inroepen van artikel 4 is betekenisvol: het artikel wordt zelden gebruikt en dit is pas de achtste keer. Historisch gezien vroeg Turkije er in 2003 steun mee, en in februari 2022 deden acht NAVO-landen, waaronder Polen, hetzelfde na de Russische inval in Oekraïne. Artikel 4 leidt tot consultatie binnen de alliantie, terwijl artikel 5—dat een aanval op één lid als een aanval op allen behandelt—slechts eenmaal eerder is ingeroepen, na de aanslagen van 11 september 2001.