NAVO-artikel 4 ingeschakeld door Polen: raakt Europa bij gevechten betrokken?
In dit artikel:
Polen heeft de NAVO onlangs bijeen geroepen via artikel 4 nadat tientallen Russische onbemande vliegers afgelopen nacht het Poolse luchtruim binnenvlogen — in totaal werden negentien schendingen gemeld. Warschau spreekt van een agressieve daad die de veiligheid van burgers in gevaar bracht en vroeg daarom om spoedoverleg binnen de alliantie. Nederlandse F-35’s hielpen mee bij het neerhalen van een deel van de drones.
Artikel 4 van het Noord-Atlantisch Verdrag is bedoeld om een lidstaat die zich bedreigd voelt de mogelijkheid te geven de NAVO te consulteren. Het leidt tot overleg en kan resulteren in gezamenlijke besluiten of defensieve maatregelen, maar betekent niet automatisch dat artikel 5 — de wederzijdse verdedigingclausule die bij een aanval collectieve militaire hulp oproept — wordt toegepast. Artikel 4 werkt vooral als vroegtijdige alarmbel en instrument om snel coördinatie en eventuele versterking te organiseren zonder direct tot grootschalige oorlogshandelingen over te gaan.
Historisch gezien is artikel 4 meerdere keren gebruikt, vooral door landen aan de oost- en zuidflank. Turkije riep het in 2003 en opnieuw in latere jaren rond incidenten met Syrië, wat leidde tot uiteenlopende NAVO-reacties zoals defensieve steun en luchtafdekking. Polen en de Baltische staten hebben artikel 4 ingezet na Russische acties rond de Krim in 2014 en meteen na de invasie van Oekraïne in 2022, wat toen leidde tot versterking van de oostflank met extra troepen en luchtverdediging.
Voor Nederland betekent de inschakeling van artikel 4 door Polen niet dat directe oorlogsvoering onvermijdelijk is. Verwachte vervolgstappen zijn vooral coördinatie, versterking van luchtverdediging en soortgelijke defensieve maatregelen — vergelijkbaar met het optreden tijdens de recente drone-aanvallen — in plaats van automatische escalatie naar artikel 5.