'Natuurlijk ben ik voor democratie, maar ik wil mijn stembiljet weggooien'

woensdag, 29 oktober 2025 (12:30) - Nijmans Nieuwsbriefje

In dit artikel:

De auteur, Theodor Holman, beschrijft zijn ambivalente gevoelens rond de verkiezingen: hij weet de uitslag niet, maar hecht er wel waarde aan vanwege zorgen over het land — van huisvesting voor jongeren en pensioenen tot het klimaat. Hij blikt terug op vijftig jaar stemmen (zijn eerste stem in 1972 voor de PSP) en erkent hoe politieke bezorgdheid in de loop van het leven verandert: waar hij vroeger werelddreigingen tot op zijn slaap hield, wisselen nu strijdlust en verlangen naar afzondering elkaar af.

Holman ervaart de huidige politieke sfeer als steeds ijziger en polariserender, met een groeiend fascistisch klimaat waarin hij zich zowel verzet tegen het onmenselijke als onvrijwillig wordt bestempeld. Een centraal knelpunt is zijn opvatting over wat in Gaza is gebeurd: hij ontkent dat het genocide is, maar die nuance leidt ertoe dat anderen hem snel als nazi bestempelen. Die beschuldiging verergert zijn innerlijke tweestrijd: hij wil idealen van democratie en bescherming van minderheden verdedigen, maar tegelijk voelt hij zich door diezelfde democratische ruimte vernederd, gemanipuleerd en machteloos.

Hij twijfelt aan partijen, media en zelfs aan zijn eigen rol als kiezer: stemmen voelt paradoxaal — noodzakelijk maar ontoereikend, een plicht die ook het risico in zich draagt om te kiezen voor iets dat hij eigenlijk wil bevechten. Sociale uitsluiting door vrienden en familie vanwege politieke opvattingen maakt de situatie persoonlijk pijnlijker. Ondanks cynisme en wantrouwen besluit hij uiteindelijk toch te stemmen — niet omdat hij gelooft dat alles verandert, maar als een soort gebed, een klein, kwetsbaar handgebaar in onzekere tijden.

Kortom: een persoonlijke, vaak tegenstrijdige reflectie over geloof in democratie, de angst voor autoritaire tendensen en de sociale kosten van politieke polarisatie in Nederland.