Natalja (73), weduwe van eerste Tsjernobyl-slachtoffer, gedood bij Russische drone-aanval
In dit artikel:
In Oekraïne vielen vrijdag bij een reeks Russische luchtaanvallen minstens 9 doden en meer dan 50 gewonden. Het Russische leger lanceerde volgens berichtgeving drie raketten en minstens 135 drones; alleen al in de hoofdstad Kiev kwamen zeven mensen om het leven. Een Shahed-drone raakte een hoog flatgebouw in het noordoosten van Kiev dat oorspronkelijk werd gebouwd voor geëvacueerden van de kernramp van Tsjernobyl en lokaal vaak “Tsjernobyl” wordt genoemd.
Onder de slachtoffers was Natalja Chodemtsjoek (73), weduwe van Valeri Chodemtsjoek, het allereerste dodelijke slachtoffer van de ontploffing in de kerncentrale van 26 april 1986. Haar appartement ging in vlammen op; ze liep ernstige brandwonden op (ongeveer 45 procent van haar huid) en overleed later in een brandwondencentrum. Vijf jaar geleden sprak voormalig VRT NWS-journalist Jan Balliauw haar voor zijn documentairereeks In de ban van Tsjernobyl. Daarin vertelde Natalja over het leven na de ramp: haar man, hoofdoperator van de koelpompen, viel tijdens de explosie in de reactor en zijn lichaam is nooit teruggevonden. Pas jaren later kon zij via een juridische procedure officieel als weduwe erkend worden en uitkeringen aanvragen.
In hetzelfde gebouw woonde ook Aleksej Ananenko, een van de drie beruchte “duikers” die na de ramp de opdracht kregen door radioactief water te waden om kleppen te openen. Zijn appartement werd eveneens beschadigd door de aanval, maar hij bleef ongedeerd. Ananenko kreeg in 2019 de titel Held van Oekraïne, deels door de hernieuwde aandacht na de HBO-serie Chernobyl.
De aanval voert de tragedie van de Tsjernobyl-ramp opnieuw samen met de huidige oorlog; Oekraïense journalisten en publieke figuren hekelen Moskous rol en noemen de acties moorddadig. Het incident onderstreept de kwetsbaarheid van burgerdoelen en van veteranen en nabestaanden van eerdere rampen in het conflictgebied.