Nadine Visser staat voor raadsel na mislukte WK-finale: 'Alsof ik mijn dag niet had'

In dit artikel:

Nadine Visser werd maandag op de 100 meter horden bij de wereldkampioenschappen in Tokio teleurstellend achtste en laatst, en zegt zelf geen verklaring te hebben voor haar slechte finale. De 30‑jarige Nederlandse, die kort voor het toernooi haar Nederlandse record verbeterde naar 12,28, raakte in de eindstrijd meerdere hordes en finishte in 12,56 — haar langzaamste race van het hele WK.

Visser bekeek na afloop de beelden in een gang van het Japan National Stadium en omschreef dat ze in de finale niet meer scherp was: in de series en halve finales had ze zich nog vrij gemakkelijk geplaatst, maar in de halve finales voelde ze zich al stijf en kreeg ze het niet meer vanzelf op de baan. Haar recordtijd van 12,28 zou in Tokio zo goed geweest zijn voor zilver, achter wereldkampioene Ditaji Kambundji (12,24).

De prestatie in Tokio is bovendien haar zwakste finale op een groot toernooi; op voorgaande mondiale eindronden eindigde ze dichter bij het podium (WK 2017 zevende, WK 2019 zesde, Spelen 2021 vijfde en 2024 vierde). Emotioneel blijft Visser zoekende: waar ze vorige zomer na de vierde plek op de Spelen volledig uitgeput maar voldaan was, mist nu het gevoel omdat ze vindt dat ze niet alles uit zichzelf heeft gehaald.