Nabestaanden Stint-ongeluk doen hun verhaal: 'Nooit iets van producent vernomen'

In dit artikel:

In de rechtbank in Den Bosch hebben nabestaanden van de vier kinderen die omkwamen bij het Stint-ongeluk van september 2018 hun spreekrecht gebruikt. Op de derde dag van de zesdaagse strafzaak spraken ouders en het overlevende kind, Indy (nu 18), emotioneel over de ingrijpende gevolgen: twee zusjes (Dana en Liva) stierven, Indy raakte gehandicapt en heeft sindsdien langdurige lichamelijke klachten. De gezinnen zetten foto’s neer en klaagden de Stint-producenten aan omdat die na het ongeluk in de media verschenen zouden zijn en volgens hen geen persoonlijk medeleven hebben getoond of contact hebben gezocht.

Stint-oprichter Edwin Renzen en ontwerper Peter Noorlander waren in de zaal aanwezig; Noorlander zei kort dat de gedeelde verhalen diepe indruk maakten en dat hij zich bewust is van het leed. De officier van justitie verwijt de producenten dat zij op de hoogte waren van gebreken aan de elektrische bolderkar maar niet adequaat hebben gehandeld of die feiten hebben verzwegen.

De begeleidster die de Stint bestuurde was ook aanwezig maar las haar verklaring niet persoonlijk voor; via haar advocaat liet ze weten dat haar leven door het ongeluk drastisch is veranderd en dat ze afhankelijk is geworden van zorg. De families benadrukten dat zij haar niet de schuld geven en haar ook als slachtoffer zien.

De zaak wordt maandag voortgezet met het requisitoir, wanneer het Openbaar Ministerie zijn oordeel over de feiten en de verantwoordelijkheid van de producenten uiteen zal zetten. Context: de Stint is een elektrisch vervoermiddel voor kinderen dat na het ongeluk onder groot maatschappelijk en juridisch onderzoek kwam te staan.