Nabestaanden Mali-militairen Henry Hoving (20) en Kevin Roggeveld (24): 'We kunnen er mee leven dat Defensie geen maatregelen treft'

In dit artikel:

De families van de omgekomen militairen Henry Hoving (29) uit Winschoten en Kevin Roggeveld (24) uit Hoogkerk accepteren dat Defensie geen sanctionerende maatregelen neemt tegen medewerkers die fouten maakten rond de mortiergranaten. Hoving en Roggeveld kwamen in juni 2016 om het leven tijdens een uitzending in Mali toen een ondeugdelijke mortiergranaat explodeerde tijdens een oefening; een derde soldaat raakte zwaar gewond en een vierde liep blijvende psychische schade op.

Na ruim negen jaar stelde een commissie onder leiding van Peter den Oudsten in oktober vast dat er bij de aankoop, controle en opslag van 37.000 Bulgaarse mortiergranaten meerdere fouten waren gemaakt. De commissie noteerde veertien onjuistheden, waarvan enkele verwijtbaar waren, en omschreef de situatie als een ongeval dat te verwachten was. De nabestaanden eisten dat verantwoordelijken zouden worden opgespoord en bestraft.

Minister Ruben Brekelmans berichtte de Tweede Kamer dat er geen disciplinaire of andere maatregelen volgen tegen betrokken ambtenaren en militairen. Als verklaring gaf het ministerie aan dat personeel onder grote druk stond om de missie door te voeren en dat bezuinigingen en personeelstekort het naleven van procedures bemoeilijkten. Wel komt er nog overleg met de commandant der strijdkrachten; sommige betrokken medewerkers zijn intussen vertrokken.

De families geven aan dat ze door Defensie beter geïnformeerd worden dan voorheen en erkennen dat de munitieketen is verbeterd: er zou meer geld en personeel naar het munitiebedrijf zijn gegaan. Ze gaan bovendien in gesprek met enkele betrokkenen, die zelf ook de gevolgen van het incident ondervinden.