Naast een camping aan de Oostzee voltrekt zich een Zweeds voetbalsprookje

In dit artikel:

In het kleine kustplaatsje Hällevik (zuidoost-Zweden, minder dan duizend inwoners) heeft streekclub Mjällby AIF deze week op spectaculaire wijze het landskampioenschap van Zweden veroverd. De club speelt in het bescheiden stadion Strandvallen (ongeveer 6.000 plaatsen), grenst aan een camping en werkt met de laagste begroting van de Zweedse profcompetitie — toch raakte het dit seizoen bijna onverslaanbaar: van 27 duels werd er maar één verloren.

De opmars is het resultaat van jaren van hard werken, slimme scouting en creatieve oplossingen. Rondom de club circuleren bijna sprookjesachtige verhalen: een scout die ook als postbode werkte, een bijna-faillissement en een dreigende degradatie in 2016 die ternauwernood werden afgewend. Voormalig speler Daan Klinkenberg beschreef de unieke clubcultuur: “Er kwamen zelfs jongens in hun bouwvakkerskleding naar de training.”

Internationaal wordt Mjällby’s triomf al vergeleken met de verrassende titels van Leicester City (2016) en het Deense EK‑succes van 1992 — voorbeelden van onwaarschijnlijke overwinningen die voetbalmythes creëerden. De vergelijking met Leicester roept ook de tegenstelling op: waar Leicester werd gesteund door forse investeringen van een miljardair, groeide Mjällby zonder grote namen of diepe zakken.

Het kampioenschap van Mjällby AIF leest als een modern voetbalsprookje: klein dorp, minimale middelen, maar maximale rendementen door teamspirit en slim beleid — een verrassende en inspirerende prestatie in het Europese voetballandschap.