Naam van Sander Schimmelpenninck in de kop voor de achterban en de clicks

dinsdag, 30 september 2025 (07:44) - Nijmans Nieuwsbriefje

In dit artikel:

Op X circuleerde een kort fragment van een podcast met Sander Schimmelpenninck waarin hij reageert op Hans Teeuwen’s besluit niet in Gent op te treden nadat de stad — met instemming van het gemeentebestuur — een Israëlische dirigent had geweigerd. In plaats van het onderliggende antisemitisme en de groeiende lafheid tegenover Joodse zorgen aan de kaak te stellen, valt Schimmelpenninck volgens de auteur juist degenen aan die openlijk voor Israël zijn. Zijn reactie wordt in het stuk gekarakteriseerd als typisch voor een cultureel-mediale bubbel die kritiekloos meegaat met het dominante anti-Israël-narratief.

De kernkritiek van de tekst is dat veel publieke en journalistieke uitingen over het Israëlisch-Palestijnse conflict uitgaan van vooringenomen aannames — termen als ‘genocide’, ‘apartheid’ of ‘hongersnood’ worden routinematig geuit en vervolgens door media en ngo’s herhaald tot ze als vanzelfsprekende waarheden gelden. Die herhaling, gecombineerd met een gebrek aan pluriformiteit in de Nederlandse media‑omgeving, zorgt volgens de auteur voor een echochamber waarin contrasterende meningen worden weggehoond of genegeerd. Redacteuren en dagbladjournalisten nemen persberichten van prominente hulporganisaties vaak klakkeloos over, omdat zo’n logo op papier autoriteit suggereert; dat mechanisme versterkt eenzijdige frames.

Verschillende publieke figuren en voorbeelden worden aangehaald om die dynamiek te illustreren: politici en opinieleiders die de Gaza‑vloot of activistische acties aanmoedigen, of politici die pleiten voor maatregelen tegen Israëlische verdedigingssystemen (zoals de eerder ingediende motie over de Iron Dome), krijgen in sommige kringen eerder steun dan kritische beoordeling. Ook het enthousiasme rond prominente protestacties en “symbolische” acties van bekende activisten en artiesten wordt gezien als normalisering van een anti-Israël-houding. Volgens de auteur leidt die normalisering tot concrete consequenties: geweigerde optredens en samenwerkingen van Joodse of Israëlische professionals, uitsluiting van academici en artsen, en een sfeer waarin Joodse burgers vaker beledigd of geïsoleerd worden.

De schrijver betoogt dat de pro‑Palestijnse beweging deels gevoed wordt door antisemitische onderstromen en dat veel meelopers — mensen die zichzelf als progressief zien maar de complexe realiteit niet diepgaand bestuderen — onbedoeld die krachten ondersteunen. Via een reeks retorische vragen schetst hij een potentieel glijdende schaal: van uitsluitingen van artiesten en sporters tot het herschrijven van geschiedenis en het legitimeren van geweld als “verzet”. Die overdrijving dient vooral om te waarschuwen voor de gevaren van simplistische framing en van het opofferen van westerse vrijheidswaarden op het altaar van morele mode.

Tegelijk maakt de auteur duidelijk dat hij geen apologeet is van oorlog of leed: de complexiteit en het menselijk lijden aan beide zijden wordt erkend. Toch weigert hij zich neer te leggen bij wat hij ziet als onwaarachtig en propagandistisch Palestijns slachtofferschap of bij het verheerlijken van Hamas. Vanuit een liberale, westerse waardennorm kiest hij expliciet de kant van Israël’s recht op zelfverdediging en noemt hij Israël “een baken van licht” in een moeilijke regio — een formulering die de politieke inslag van de kritiek openlijk toont.

Samengevat: het stuk is een felle aanklacht tegen de eenzijdigheid van veel Nederlandse media, ngo’s en publieke opinie rondom het Israël‑Palestina‑conflict, en tegen het gemak waarmee openbare figuren en opiniemakers meegaan in simplificerende en soms antisemitische narratieven. De auteur waarschuwt dat het negeren van nuance en het klakkeloos overnemen van activistische frames niet alleen schadelijk is voor debat en feiten, maar ook tastbare schade kan toebrengen aan de veiligheid en positie van Joden in Nederland. Zijn oproep is om kritischer, genuanceerder en pluralistischer te denken — en zo westerse vrijheden en morele consistentie te behouden.