Na vrijlating Duitse verdachte is onderzoek naar vermiste kleuter Madeleine McCann terug bij af

In dit artikel:

Ruim achttien jaar na de verdwijning van de driejarige Madeleine McCann in Praia da Luz (Portugal, 2007) is de zaak opnieuw in mineur: de enige verdachte, de 48‑jarige Duitser Christian B., kwam woensdag vrij nadat hij een eerdere straf in Duitsland had uitgezeten. Kort voor zijn vrijlating zei B. in een interview dat hij van plan is naar een land zonder uitleveringsverdrag met Duitsland te vertrekken, wat de kans op een snelle juridische afhandeling van de zaak verder verkleint.

De zaak kende in de beginjaren verschillende verdachten. Eerst viel het oog op de Britse-Portugese aannemer Robert Murat, die na veertien maanden uit de verdenking werd vrijgesproken; zijn publieke beeld werd toen wel zwaar beschadigd door sensatiepers. Daarna richtte onderzoek zich tijdelijk op Madeleine’s ouders, Kate en Gerry McCann, onder meer door vondsten van speurhonden in het appartement en een later gehuurde auto. Die onzekerheden en internationale politieke druk leidden uiteindelijk tot nieuwe leiding van het onderzoek en het laten vallen van die verdenkingen.

In 2020 kondigde het Duitse Openbaar Ministerie in Braunschweig met veel bombarie aan dat het een verdachte had: Christian B., een man met een lange strafblad van zedendelicten, drugs en diefstal. Toch zijn de concrete bewijzen tegen hem mager — telefoonregistraties tonen slechts dat zijn toestel in de buurt van het complex was (hij woonde daar vlakbij), en twee bekende criminelen verklaarden dat B. iets over de zaak had gezegd. Een formele aanklacht is nooit ingesteld. Voormalig Portugese inspecteur Gonçalo Amaral omschrijft B. na bestudering van het Duitse dossier als “een zondebok.”

Met de vrijlating en het ontbreken van onomstotelijk bewijs blijft het lot van Madeleine onopgelost en afstandelijk voor familie en publiek.