Na verloren rechtszaak tegen de boksbond gaat Maud van der Toorn toch naar WK: 'Had er geen zin meer in'
In dit artikel:
Maud van der Toorn (20) heeft een tumultueuze weken achter de rug, maar staat deze week toch op het startlijstje voor het wereldkampioenschap boksen in Liverpool (4–14 september). Aanvankelijk werd de Haagse niet geselecteerd omdat ze niet voldeed aan de randvoorwaarden van de bond: ze wilde met haar eigen coach verder en sloot zich niet aan bij het topsportprogramma. De bond nomineerde in haar gewichtsklasse tot -57 kg Gabriella Weerheim. Van der Toorn stapte naar de rechter, verloor het kortgeding en leek uitgesloten van het WK.
Uiteindelijk werden de verhoudingen bijgelegd. De kwaadheid en twijfel maakten plaats voor deelname aan de nationale selectie; Van der Toorn trainde zelfs met de ploeg tijdens een kamp in de Sierra Nevada. De bond hield Weerheim aangewezen voor -57 kg, waardoor Van der Toorn moet uitkomen in de -60 kg-klasse. Die categorie is haar niet onbekend: als jeugdwereldkampioen in die gewichtsklasse en met een wedstrijdgewicht rond 61 kg hoeft ze minder te snijden in lichaamsgewicht, iets wat haar volgens haar eigen zeggen prettig uitkomt.
Psychologisch was het proces zwaar: na het verloren kortgeding voelde ze even de zin kwijt, maar de sportdroom — met Parijs 2028 als stip aan de horizon — bleef intact. Nu omschrijft ze de situatie als “een nieuw hoofdstuk” en richt zich op prestaties in Liverpool, met als doel een podiumplek. Tactisch en fysiek ziet ze weinig noodzakelijke aanpassingen bij de stap naar -60 kg; ze kent veel tegenstanders in die klasse en voelt zich goed voorbereid.
Buiten de techniek en het gewichtscut heeft Van der Toorn geen uitgebreide rituelen; ze luistert op weg naar de hal rustgevende muziek van onder anderen Adele om zich te concentreren. Met het juridische gedoe achter zich en een plek in de selectie hoopt ze de aandacht weer naar haar bokscarrière terug te brengen.