Na Taylor Swift en Beyoncé nu ook Oasis: hoe tourendewereldsterren de economie in de war sturen
In dit artikel:
Oasis speelde gisteren in Edinburgh hun vijftiende show van de uitverkochte reünietournee; de band gaat de komende maanden ook naar de VS, Azië en Zuid-Amerika. Over drie avonden bezochten ongeveer 200.000 fans de optredens in de Schotse hoofdstad, wat leidde tot volle hotels, drukke pubs en extra druk op openbaar vervoer en horeca.
De Britse bank Barclays schat dat fans tijdens de 17 Britse shows gezamenlijk circa 1,2 miljard euro uitgeven aan tickets, reizen, merchandise en verblijf; gemiddeld kost een concertbezoek een fan ruim 900 euro. In Edinburgh steeg de prijs voor een hotelovernachting op de openingsdag met 91% vergeleken met de week ervoor.
Economen wijzen erop dat zulke toestanden niet alleen lokaal merkbaar zijn, maar ook net genoeg gewicht in de nationale cijfers kunnen hebben om de inflatie tijdelijk op te drijven. Op basis van gegevens van het Britse statistiekbureau berekenden analisten voor Bloomberg dat de ophoping van prijseffecten door alle Britse concerten de inflatie met ongeveer 0,04 procentpunt zou kunnen verhogen. Vergelijkbare observaties zijn eerder gemaakt bij de wereldtours van Beyoncé en Taylor Swift: in Zweden werd in mei 2023 een inflatiepiek deels toegeschreven aan Beyoncé, en de term "Swiftflation" circuleerde nadat Portugal de twee Swift-concerten in Lissabon noemde als een van de oorzaken van een sprong in de maandelijkse inflatie van 2,3 naar 3,8 procent.
Belangrijk is dat die prijsstijgingen doorgaans sterk lokaal en tijdelijk zijn — vooral in de stad waar de tour halt houdt en meestal slechts gedurende de dagen rond het concert. Het lijkt dus niet zo dat niet-bezoekers landelijke koopkracht substantieel verliezen; de gemiddelde inwoner ervaart meestal geen blijvende prijsdruk. Hoe wel zo’n lokaal fenomeen in nationale inflatiecijfers kan doorwegen, hangt samen met de meetmethode: inflatie wordt berekend aan de hand van de prijsontwikkeling van een representatieve "korf" goederen en diensten (waaronder horeca, vervoers- en recreatiekosten). Als de prijzen van die categorieën juist in de meetperiode sterk stijgen, beïnvloedt dat het maandcijfer.
Tijdstip en steekproef spelen daarom een rol: als prijsmetingen toevallig samenvallen met een concert in een gemeten plaats, vergroot dat de impact. Het Britse statistiekbureau heeft zijn meetwijze inmiddels aangepast door prijzen op meerdere momenten per maand te verzamelen, om dit soort verstoringen te dempen. Of Oasis daadwerkelijk een meetbare stijging in de Britse inflatie heeft veroorzaakt, blijkt binnenkort uit het volgende maandcijfer.