Na nieuwe verkiezingsnederlaag haakt de SP af: drie zetels over, geen rol van betekenis meer

vrijdag, 7 november 2025 (17:37) - Dagelijkse Standaard

In dit artikel:

De SP doet niet mee aan de formatie. Partijleider Jimmy Dijk maakte na de verkiezingen van 29 oktober duidelijk dat zijn partij – die bij de uitslag twee zetels verloor en nu nog maar drie Kamerzetels heeft – geen regering wil dragen. Dijk voerde wel een kort gesprek met verkenner Wouter Koolmees (D66), maar stelde dat “bescheidenheid past” voor een partij zonder wervende uitslag.

De krant tekent een scherp portret van een partij die decennialang de arbeidersstem claimde, maar sindsdien sterk is ingekrompen. Onder leiders als Jan Marijnissen en Emile Roemer stond de SP bekend als direct en sociaal; die status is volgens het artikel verdwenen. De partij zou haar profiel en achterban kwijtgeraakt zijn door strategische koerswijzigingen: men probeerde milder, breder en verbindender te worden, maar verloor daarmee onderscheid ten opzichte van andere linkse partijen zoals GroenLinks en PvdA.

Tegelijkertijd faalde de SP erin om thema’s aan te kaarten waar traditionele kiezers zich zorgen over maken — onderwerpen die volgens de tekst PVV, FVD en soms BBB wél invullen, zoals hoge lasten en migratie. Die kiezers zijn weggeslopen naar partijen die volgens de krant helderder spreken over de problemen van “gewone mensen”. De SP zou ook te veel hebben gefocust op klimaat en symbolische linkse thema’s, en te weinig op koopkracht en betaalbaarheid, juist de dossiers waarop ze ooit het verschil maakte.

Het resultaat is een marginale Kamerfractie die volgens de schrijver nauwelijks invloed heeft: met drie zetels kun je moties indienen en interrupties plegen, maar geen koers bepalen. De auteur concludeert dat de SP tussen wal en schip is geraakt — te links voor de arbeider en niet linksliberaler of aantrekkelijk genoeg voor de progressieve elite — en daardoor zichzelf buitenspel heeft gezet. De bredere context: ook andere linkse partijen verloren zetels (GroenLinks-PvdA samen minus vijf), wat volgens het stuk wijst op kiezersmoeheid met linkse “symboolpolitiek” en een verschuiving in het Nederlandse politieke landschap.