Na een relatie van 9 jaar begint schrijver Tatjana Almuli (34) aan een seksuele ontdekkingstocht: 'Seks is geen losstaand domein. Het raakt aan alles'

zaterdag, 16 augustus 2025 (16:17) - Het Parool

In dit artikel:

Tatjana Almuli (34) beschrijft het einde van een negenjarige relatie als een pijnlijk maar bevrijd begin: twee maanden na de breuk deelt ze voor het eerst weer een bed met iemand anders en ervaart ze tranen van opluchting. De scheiding kwam voort uit het gevoel dat zij en haar ex uit elkaar waren gegroeid; hun leven samen was niet meer vervullend. Vanaf dat moment besloot ze twee dingen: langere tijd naar het buitenland om zichzelf buiten haar vertrouwde omgeving te testen, en haar seksualiteit opnieuw — en eerlijk — te leren kennen.

Almuli schetst hoe onzekerheden uit haar jeugd, lichaamsschaamte en het vroegtijdig verlies van haar moeder haar seksuele ontwikkeling hebben belemmerd. Ze noemt het gebrek aan échte seksuele voorlichting — thuis en op school ging het vooral over anticonceptie, soa’s en het voorkomen van tienerzwangerschap — en de eenzijdige beelden uit films, series en pornografie als bepalend. Daardoor groeide bij haar het idee dat seks iets is dat je ondergaat of ‘goed’ uitvoert voor de ander, in plaats van iets waarin eigen verlangen en plezier centraal staan.

In haar vrijgezellenperiode in haar begin dertig ontdekt ze stap voor stap wat ze prettig vindt. Ze downloadt datingapps en staat open voor verschillende genders en typologieën; haar belangstelling reikt verder dan alleen cismannen. Het daten zelf — het gesprek, de blikken, keuzes in kleding, plotselinge ontmoetingen op festivals of in clubs — blijkt minstens zo bevredigend als de seks. Met elk contact leert ze andere kanten van zichzelf kennen: soms meegaand, soms dominant, speels, wild of juist zacht. Die variatie leert haar dat seksualiteit geen vaste vorm hoeft te hebben maar iets is dat je kunt verkennen en vormen.

Tegelijk laat Almuli zien dat interne en externe oordelen blijven knellen. Dates die haar non-monogame keuzes problematiseren of veroordelende opmerkingen over haar ‘body count’ maken, kunnen hard aankomen. Praten met gelijkgestemden en het daten binnen de queergemeenschap bieden vaak juist meer ruimte om normen te bevragen en schaamte af te bouwen. Die omgeving ondersteunt haar in het loslaten van eerder aangeleerde ideeën over wat “hoort” en maakt het mogelijk dat seks minder een prestatie wordt en meer een bron van ontspanning en plezier.

Seksuele experts in de tekst benadrukken dat dit persoonlijk proces niet alleen draait om lust, maar om zelfonderzoek en mentale gezondheid. Seksuologisch specialist Anna Marah Jansen legt uit dat maatschappelijke boodschappen en beperkte voorlichting vaak impliciet suggereren dat vrouwelijk genot er minder toe doet, waardoor veel vrouwen hun verlangens internaliseren of niet durven uitspreken. Ze pleit voor meer ruimte om te experimenteren; door uit te vinden wat een ‘ja’ voor jou betekent, kun je ook beter grenzen aangeven. Onderzoek van Ellen Laan en collega’s wijst bovendien op verbanden tussen seksueel plezier en welzijn: autonomie, zelfwaardering en empathie bleken positief samen te hangen met ervaren genot.

Voor Almuli leidde de ontdekkingsreis tot meer rust en energie in haar leven. Seksueel zelfvertrouwen werkte door in werk en vriendschappen en maakte haar klaar voor een nieuwe, diepe relatie: ze ontmoette haar huidige partner op een zomers straatfeestje tijdens haar verkenningsperiode. Binnen die relatie blijft het thema kiezen voor zichzelf belangrijk; ze oefent nog in het delen van verlangens en het aangaan van ongemakkelijke gesprekken, maar ervaart juist daardoor meer intimiteit.

Haar eindboodschap is een pleidooi voor een fase van zelfonderzoek: het is niet alleen bevredigend op seksueel gebied, maar draagt bij aan breder welzijn. Seks is zelden los te zien van iemands emotionele en relationele leven; wie leert luisteren naar eigen verlangen en ermee experimenteert, kan meer voldoening, autonomie en verbinding vinden.