Na een maand staakt-het-vuren: wat is er nodig voor echte gerechtigheid in Israël en Palestina?

vrijdag, 7 november 2025 (16:12) - NRC Handelsblad

In dit artikel:

Bij het beëindigen van een oorlog denken landen vaak aan opbouw en vooruitgang. Dat gebeurde na de Libanese burgeroorlog (eind 1990), toen een brede amnestiewet de meeste daders vrijwaarde maar de maatschappelijke wonden onbehandeld liet. Die ervaring gebruikt de Belgische Midden-Oostendeskundige Tim Brys als lens om te kijken naar de recent ingegane wapenstilstand in Gaza — die volgens het artikel op 10 oktober tot stand kwam — en naar de vraag of Israël en de Palestijnen ooit duurzaam naast elkaar kunnen bestaan.

Het cruciale bezwaar is dat het door voormalig president Trump gepresenteerde twintigpuntenplan nauwelijks aandacht besteedt aan vervolging of verzoening. Critici, waaronder Brys en verschillende Palestijnse stemmen, waarschuwen dat zonder waarheidsvinding en verantwoording de pijn blijft sluimeren en conflicten kunnen terugkeren. Ook het element van zelfbeschikking voor de Palestijnen komt in het plan beknopt en voorwaardelijk aan bod, wat volgens tegenstanders Israël ruimte laat om die rechten te ondermijnen.

Juridische vervolging vormt een tweede terrein van discussie. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu is volgens het artikel aangeklaagd door het Internationaal Strafhof, maar dat proces wordt bemoeilijkt door tegenwerking — onder meer door sancties van de Verenigde Staten. Liesbeth Zegveld, hoogleraar internationaal publiekrecht en advocaat gespecialiseerd in herstelbetalingen, benadrukt dat internationaal recht traag werkt en dat gerechtigheid vaak pas na afkoeling van de strijd mogelijk is. Ze zegt dat vervolgingen tegen niet-politieke daders realistischer zijn dan tegen democratisch verkozen leiders, en ziet al gevolgen voor individuele militairen via beperkingen in reizen en deelname aan sport en cultuur.

Brys pleit voor een aanvullend pad: waarheids- en verzoeningsprocessen die zowel feitenonderzoek als erkenning van elkaars narratieven combineren. Zijn Libanese project selecteert belangrijke incidenten uit de burgeroorlog — zoals 'Zwarte Zaterdag' in 1975 — onderzoekt archieven, journalistiek en getuigenverklaringen en brengt daarna betrokken gemeenschappen samen om verschillende verhalen te lezen en te bespreken. Het doel is niet het minimaliseren van verantwoordelijkheid, maar het herstellen van omgangsvormen en empathie tussen groepen. Hij vergelijkt dit met de Zuid-Afrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie en noemt als model voor herstel zowel straf (Neurenberg) als wederopbouw (Marshallplan) bij Duitsland na de Tweede Wereldoorlog.

Zegveld en Brys zijn het eens dat een duurzame oplossing niet alleen juridische stappen vergt, maar ook politieke wil en internationale druk. Zegveld wijst op praktische rechtszaken die zij voerde — onder meer tegen wapenleveranties — en op de rol van nationale politiek wanneer hoogste rechters dossiers terugwijzen naar beleidsmakers. Brys roept westerse regeringen op om niet selectief voor mensenrechten te pleiten: bondgenoten moeten even hard worden aangesproken om ruimte te scheppen voor waarheidsvinding en verzoening.

Kernboodschap: zonder combinatie van verantwoordelijkheid, juridisch geduld en herstelgerichte initiatieven blijven conflicten vatbaar voor herhaling. Beide sporen — vervolging van misdrijven en structurele processen van waarheidsvinding en dialoog — zijn volgens de geïnterviewde experts nodig, en het begint met politieke moed en internationale consistentie, ook richting Israël.