Na de reünie gebeurde er iets wat mij naar het schijnt vaak overkomt: opmerkelijk toeval

donderdag, 4 september 2025 (20:13) - De Volkskrant

In dit artikel:

Peter Buwalda (schrijver en Volkskrant‑columnist) haalt herinneringen op aan de Limburgse bluesscene van zijn jeugd in Venlo, een lokale tegenhanger van de bekendere Britse bluesgolf. In zijn klas zaten volgens hem meerdere uitzonderlijke gitaristen; samen speelden ze in een drummerloos bandje en repeteerden ze in een lokaal zaaltje dat spottend Club Tinnitus of Zaal Gehoorschade heette. Ze imiteerden geleende of goedkope Koreaanse gitaren, bezochten optredens van namen als B.B. King en Eelco Gelling en verloren zich in eindeloze jams waarin elk van de virtuozen een lange solo opeiste.

De column schakelt van jeugdherinneringen naar een paar anekdotes rond Anton Goudsmit, de bekende Nederlandse gitarist (New Cool Collective, Boy Edgar‑prijs). Buwalda vertelt hoe hij ooit naast Goudsmit op tv zat met beide gitaren op schoot, maar dat Goudsmits versterker het liet afweten. Daardoor klonken Buwalda’s sobere riedels opeens door de huiskamers, tot zijn eigen verlegenheid en tot nadeel van de echte virtuoos. Hij raadpleegt zichzelf spottend over dwaalkeuzes, zoals impulsieve gitaaraankopen (een oranje Gretsch) en het schrijven van schetsen die beter ongeschreven hadden kunnen blijven.

Jaren later, na een reünie, leidt een schijnbaar toevallige nachtelijke kroegwandeling opnieuw tot een confrontatie met toeval: midden in Venlo staat daar ineens Anton Goudsmit. Ze maken een selfie, drinken een biertje, en dat is de afsluiting van hun ontmoetingen. De vertelling benadrukt zowel de trots en het plezier van het lokale muziekmaken als de ironie van momenten waarop geluk en ongeluk elkaar kruisen—dezelfde herinneringen die Buwalda met zelfspot en warmte oproept. Contextueel plaatst hij de lokale passie voor merken als Gretsch binnen het bredere, beroemde effect dat tv‑optredens in de jaren zestig konden hebben op de verkoop van gitaren.