Na de moord op Theo van Gogh werd ook ik beveiligd en dat duurt tot op de dag van vandaag (premium)

maandag, 4 november 2024 (14:08) - De Telegraaf

In dit artikel:

Op 2 november 2004 werd filmmaker Theo van Gogh vermoord door de jihadist Mohammed Bouyeri, een gebeurtenis die leidde tot aanzienlijke veranderingen in de veiligheidsmaatregelen voor critici van de islam. Deze moord vond plaats op straat in Amsterdam, op een moment dat Van Gogh en Ayaan Hirsi Ali betrokken waren bij het maken van de film *Submission*, die vrouwen onder de islam belichtte. Bouyeri had als doel om Ayaan te doden, maar omdat zij beveiligd was, richtte hij zijn woede op Van Gogh.

Bouyeri had al in de zomer van 2004 plannen gemaakt voor een aanslag en voerde deze uit nadat de film was verschenen. Zijn aanhouding en de processen rondom de Hofstadgroep, waartoe hij behoorde, benadrukten de opkomende dreiging van jihadisme in Nederland. Tijdens de rechtszaak verklaarde Bouyeri dat hij de aanslag had gepleegd op basis van een religieuze overtuiging, wat veel angst veroorzaakte in de samenleving.

Op het lichaam van Van Gogh werd een brief aangetroffen die gericht was aan islamcritici, waarin Bouyeri zijn radicale opvattingen uiteenzette. De gevolgen van deze moord zijn tot op de dag van vandaag voelbaar, met voortdurende dreigingen van jihadistisch terrorisme. De auteur reflecteert op de blijvende impact van deze gebeurtenis en de strijd tegen zo'n ideologie, waarbij hij stelt dat zolang deze ideologie voortbestaat, islamitisch terrorisme een blijvende bedreiging zal zijn.