Mushon Zer-Aviv: 'Hoop is verzet tegen de gedachte dat alles al vaststaat'

zondag, 7 september 2025 (12:03) - Trouw

In dit artikel:

De Israëlische ontwerper Mushon Zer-Aviv is in Amsterdam voor zijn tentoonstelling in het Joods Museum, waar zijn installatie met aan touwen hangende witte vellen centraal staat—vellen met teksten die mobiele telefoons en binnenkomende berichten voorstellen. Die teksten kwamen voort uit workshops die Zer-Aviv dit jaar samen met de Nederlands-Palestijnse politicoloog Dana Rentenaar gaf; Nederlandse Joden en Palestijnen schreven er hypothetische berichten die ze in de toekomst zouden kunnen ontvangen—verlangens, angsten en scenario’s waar ze over in gesprek gingen.

Tijdens de opening wordt Zer-Aviv geconfronteerd met de bittere werkelijkheid van die verbeelde berichten: een deelnemer, een Palestijnse vrouw in Nederland, had in haar oefenbericht gevreesd dat haar oom in Gaza ooit niet zou antwoorden omdat hij zou overlijden. Kort voor de tentoonstelling bleek die vrees werkelijkheid; haar oom stierf aan een hartaanval in Gaza. Zer-Aviv raakt emotioneel en gebruikt het voorval om te illustreren hoe afstand en onzekerheid zwaar wegen voor diasporagemeenschappen.

Het centrale thema van zijn werk is toekomstdenken en hoop—niet als naïef optimisme, maar als een richtinggevend instrument om vandaag te handelen. Hij verwijst naar Rebecca Solnits opvatting dat hoop juist in de duisternis ontstaat: in het ongewisse ligt ruimte voor verbeelding en verandering. In zijn ogen houdt toekomstgericht denken mensen in beweging; het voorkomt verlamming door de dagelijkse stroom van slecht nieuws en schept kaders voor strategisch activisme. Hij benadrukt dat verandering vaak pijnlijk traag is en vol mislukte pogingen zit, maar dat kleine successen levens kunnen redden en politieke ruimte kunnen creëren.

Zer-Aviv plaatst het huidige geweld in een bredere historische en morele context. Hij betoogt dat de traumatische erfenis van de Holocaust nog steeds de Israëlische identiteit en internationale legitimiteit beïnvloedt, maar dat vasthouden aan slachtofferschap de blik op de toekomst beperkt. De aanval door Hamas op 7 oktober (en de daaropvolgende Israëlische reactie en de immense verwoesting in Gaza) heeft volgens hem bestaande angsten op scherp gezet en tegelijk geleid tot internationale beschuldigingen van genocide. Hij stelt dat die beschuldigingen in sommige kringen het tegengestelde effect hadden: ze gaven de huidige Israëlische regering het gevoel dat er weinig externe rem is op haar handelen, waardoor de term bijna uitgehold raakte.

Als actief lid van A Land for All waarschuwt Zer-Aviv dat de Israëlische samenleving onder druk staat: protesten van kritische groepen worden hard aangepakt, leerstof over liberale democratie werd uit schoolcurricula verwijderd en sommigen spreken van een afglijden richting autoritair of fascistisch beleid. Hij ziet ook tastbare gevolgen: vrienden en mede-activisten die emigreren omdat ze geen toekomst meer in Israël zien.

Tegelijk pleit hij voor wederzijdse humaniteit en een toekomst waarin zowel Israëliërs als Palestijnen kunnen floreren. Hij twijfelt aan het voortzetten van het huidige beleid dat bezetting en structurale ontkenning van Palestijnse identiteit in stand houdt; na de verwoesting van Gaza meent hij dat het onmogelijk is door te gaan alsof Palestijnen niet bestaan of genegeerd kunnen worden bij vredesvormen met Arabische staten. Hij vreest dat sommige politieke krachten juist op dit keerpunt hebben gewacht om de Westelijke Jordaanoever verder te zuiveren of te annexeren.

Praktisch geeft Zer-Aviv voorbeelden van workshops die leidden tot concrete strategieverschuivingen: Palestijnen die besloten zich meer in Israëlische politiek te mengen om langetermijndoelen te bereiken, en activisten die ondanks intimidatie blijven werken vanuit een toekomstvisie. Zijn boodschap is vasthoudend: oorlog, honger en mogelijke genocidale daden zijn keuzes—geen natuurverschijnselen—en dus omkeerbaar als mensen andere keuzes maken.

De tentoonstelling in het Joods Museum en Zer-Avivs gesprekken benadrukken dat hoop een vorm van verzet is: niet blind vertrouwen, maar het vermogen om te verbeelden, plannen te maken en te handelen in onzekere tijden.