Monumenten in Heusden: Stadsboerderij Putterstraat 43, Heusden

zaterdag, 6 december 2025 (10:31) - Nieuws.nl

In dit artikel:

De hoek Putterstraat–Zustersteeg heeft een lange geschiedenis van afbraak en herbouw. Al in de vroege 17e eeuw stond er volgens het verpondingsregister een patershuis dat na de Reformatie als ruiterhuis fungeerde; daarnaast lagen meerdere armenhuisjes die bij het Oud-Gasthuis hoorden. In de 18e eeuw was burgemeester Gosuinus de Bock hier woonachtig. Vanaf het kadaster werden de eigendomsovergangen helder: in 1834 bezat P.A. Giessen de percelen die nu lopen van Putterstraat 37a tot 53; hij verkocht het merendeel aan Hendrikus van Helvoort, die in 1858 doorsloeg naar Johannes en Adrianus van Dieten.

Johannes en Adrianus, die dat jaar uit Uden kwamen, kochten ook een windkorenmolen op het Oranjebolwerk bij de Herptsepoort (later in 1944 door Duitse troepen vernield). Op de aangekochte locatie stonden toen onder meer een werkhuis, schuur en vijf armenhuisjes; die laatste werden in 1858 gesloopt. In 1883 kreeg Jan van Dieten (zoon van Johannes) het eigendom en liet hij de bestaande opstallen afbreken om er het huidige gebouw te laten optrekken, dat sinds dat jaar als rijksmonument (nr. 22079) bekendstaat. Het nieuw opgetrokken pand was bestemd als woonhuis, winkel en grutterij/graanmalerij met bergruimte; de grutterij kwam uit de nalatenschap van Cornelis Antonie Roomer en bleef in de familie tot Jans overlijden in 1927, waarna grossier Petrus Stoffels het overnam.

Architectonisch is het tweelaagse pand onder een zadeldak uitgevoerd met een ingezwenkte lijstgevel, consoles onder de kroonlijst en een verbreed noordelijk geveldeel met aansluitend dakschild. De daken zijn bedekt met rode Oude Holle terracotta pannen; de gevel bestaat uit rode handvormstenen in kruisverband met een lintvoeg. Oorspronkelijk zaten er hijsluiken voor transport naar de bovenverdiepingen; bij de restauratie van 1982 werden die vervangen door draairamen en werden luiken aangebracht. In de bestrating voor de voordeur is één van de maalstenen opgenomen, een fysieke herinnering aan de maalactiviteiten en mogelijk de reden voor de geveltekst die naar een stadsboerderij verwijst. In de rollaag van de poort is bovendien een sluitsteen met het jaartal 1815 aangebracht.