Monumenten in Heusden: De toren van Onsenoort en haar kelder

zaterdag, 16 augustus 2025 (10:31) - Nieuws.nl

In dit artikel:

Verscholen achter de hoge bebouwing van het voormalige klooster, omringd door bomen en binnen de omranding van een gracht, staat een middeleeuwse woontoren met kelder, drie bouwlagen en een schilddak. Dit stuk bouw- en gebruiksgeschiedenis is een aanvulling op het in 2005 door Taco Hermans en Edwin Orsel gepubliceerde artikel in BULLETIN KNOB; de huidige beschrijving is van Bart Beaard.

De ontstaansfase valt in het einde van de 14e eeuw. In 1382 werd Jan Kuyst Arent Dirckszn beleend met het kasteel en in 1388 werd op die fundering de begane grond van de toren opgetrokken. De kelder en begane grond delen een rechthoekige plattegrond van circa 13,5 x 10,5 meter. De keldermuren zijn uitzonderlijk dik (ongeveer 2,5 meter) en opgetrokken uit bakstenen van ongeveer 28 x 13 x 7 cm in een klezorenverband; elke zijde had oorspronkelijk één schietsleuf. De oorspronkelijke verdiepingsvloeren bestonden uit houten balklagen; de begane grond had bovendien een overdekte weergang met borstwering en kantelen als verdedigingsvoorziening.

In de tweede helft van de 15e eeuw verloor het bouwwerk zijn militaire functie. Onder eigenaar Jan van Malsen werd de toren verhoogd en aangepast: de kelderzoldering verdween en men metselde vier segmentbogen en vijf troggewelven, waardoor de begane grond een stenen vloer kreeg. Nieuwe baksteenformaten (ongeveer 25 x 11 x 5,5 cm) werden toegepast. De schietsopeningen werden omgevormd tot ramen of dichtgemetseld; de zuidzijde kreeg een vergrote doorgang. Voor de eerste verdieping werden circa één meter dikke muren opgetrokken waarop een houten vloer en een met leien gedekt schilddak kwamen. In 1904 verhoogden Cisterciënzer monniken de toren nog eens met een verdieping.

De kelder onderging in 2003 een restauratie: pleisterlagen werden verwijderd en het vertrek, dat lange tijd als opslag dienstdeed, werd ingericht als ‘herberg’ voor culturele activiteiten. De vloer van rode plavuizen meet circa 9 x 5,6 meter. Architectonische bijzonderheden zijn de vier met baksteen gemetselde segmentbogen met een straal van circa 3 meter en doorloophoogte iets boven twee meter, en de tussenliggende troggewelven (1,2 meter breed, ~20 cm hoog) gemetseld met taps toelopende stenen in een wild verband. Toegangen bestaan uit een hardhouten buitendeur en een met gemetselde trappen verbonden ingang naar de begane grond.

Deze bouwkundige samensmelting van middeleeuwse verdedigingselementen en latere herbestemmingen maakt de toren tot een waardevol voorbeeld van geleidelijke transformatie door de eeuwen heen.