Monumenten in Heusden: De kortgevelboerderij op Kleinestraat 19-21 Drunen
In dit artikel:
Bij de rotonde waar de Grotestraat zich splitst in Eindstraat en Kleinestraat ligt een karakteristieke lintbebouwing die teruggaat op de eeuwenlange ontginning van dekzand en hoogveen in dit deel van Brabant. De hoge zandruggen zijn tijdens de ijstijd gevormd door een meanderende Maas; daarna ontwikkelde zich op lagere gedeelten veen dat vanaf de 14e eeuw op smalle, evenwijdige percelen werd afgegraven voor brandstof. Ten zuiden van de Grotestraat ontstonden moerassen (Voorste en Agterste Venne) met afwateringssloten, de Eerste en Tweede Dwerg, die naar de Drunense sluis leidden en het gebied verbonden met het Drunense Loopke en het Oude Maasje. De lange, smalle kavels langs de hoge gronden bepaalden de opzet van boerderijen en huizen en veroorzaakten door het schuine verkavelingspatroon de kenmerkende schuin geplaatste voorgevels en de zogenaamde zaagtandrooilijn.
Aan de Kleinestraat staat een monumentale voormalige kortgevelboerderij (Rijksmonument 14138) die sinds het begin van de 19e eeuw kadastraal weinig wijziging heeft ondergaan. De eigendomsgeschiedenis van de kavels HDN00-E-73 t/m 75 is volledig bekend: begin 19e eeuw in bezit van Gerard Pijnenborg als huis, erf en landbouw; tot 1862 in agrarisch gebruik, daarna een broodbakkerij van Gerard Van Bijnen waarbij omliggend hakhout vermoedelijk als brandstof voor ovens diende. In 1911 werd het pand aan landbouwer Martinus Klerkx verkocht; zijn familie bleef eigenaar tot 1990, waarna Rob Barthels het kocht voor een praktijk voor alternatieve geneeskunde.
Architectonisch is het een laagbouw met rietgedekt zadeldak en een wolfseind, nok afgewerkt met blauwe gesmoorde vorstpannen en een eindvorst (bekend als ‘apenkont’). De gevels bestaan uit gele IJsselsteen in klezorenverband met een lintvoeg; er zijn muurvlechtingen in de afgeknotte topgevels, waaiervormige strekken boven kozijnen, een forse plint en schuifraamkozijnen met opschuifbare onderramen. De voordeur is donkergroen met bovenlicht; de gevel telt zes muurankers.
Op 26 maart 1945 viel een V1 in de boomgaard achter het pand: volgens een militair rapport veroorzaakte deze een krater van circa 10–12 meter breed en 4–5 meter diep en vernietigde tientallen bomen en honderden struiken. De gevels tonen reparaties als restant van oorlogsbeschietingen. Het gebouw weerspiegelt daarmee zowel de lange agrarische en ambachtelijke geschiedenis van het gebied als de littekens van de Tweede Wereldoorlog.