Monumenten in Heusden: De klokkentoren van Onsenoort
In dit artikel:
Verscholen binnen de gracht en omgeven door hoge bebouwing en bomen staat de eeuwenoude toren van Onsenoort, oorspronkelijk met kelder, drie bouwlagen en een schilddak. Waar Taco Hermans en Edwin Orsel de algemene bouwhistorie al beschrijven, richt dit artikel zich op de ingreep van het begin van de twintigste eeuw, toen de toren een nieuwe functie kreeg: het aankondigen van de gebedstijden voor een zich vestigende cisterciënzengemeenschap.
Na financiële problemen verkocht Jonkheer Joseph de la Court het kasteel en 12 hectare grond; op 9 december 1903 kocht abt Bernard Maréchal, gevlucht uit het anti‑klerikale Frankrijk, het bezit. Op 14 mei 1904 trok de volledige communiteit (13 monniken) in. Het kasteel moest ingrijpend worden aangepast: onder meer moest er een kloostermuur, een kapel met kruisgang en aanpassingen aan het wooncomplex komen. Belangrijke verandering was de verhoging van de toren en de plaatsing van een klokkenstoel, zodat de monniken via luiden op vaste tijden opgeroepen konden worden.
Architect Jules Dony, opgeleid in Leuven en werkzaam in ’s‑Hertogenbosch, bood zijn diensten aan in december 1903 en presenteerde eind februari 1904 een totaalplan met begroting. Aannemers Jan en Fridus de Bont voerden de werkzaamheden uit; in juni 1906 waren ze klaar. Technisch hield de aanpassing in dat het oude dak en pleisterlagen werden verwijderd en er een derde bouwlaag in machinaal gebakken baksteen werd gemetseld (3,5 m hoog, wanden 1 m dik). De nieuwe gevel kreeg tien rondboogvensters met stalen draairamen. Op het schilddak kwamen dakspanten, leienbekleding en smeedijzeren kruizen; rondom werden kleine dakkapellen gemaakt en aan de kasteelzijde een brede dakkapel voor de klokkenstoel.
De klokkenstoel huisvest drie in 1891 in Frankrijk gegoten bellen (Ø 66,5 cm en 2×53 cm). Een open wand met houten jaloezieën verspreidde het geluid over het complex. De klokslagen bepaalden het kloosterleven: metten om 03.00, lauden bij zonsopgang, priem 06.00, terts 09.00, sext 12.00, noon 15.00, vespers 17.00 en completen 19.30. Voor missen, feestdagen en begrafenissen werden combinaties van slagen gebruikt. Tegenwoordig kunnen de drie klokken elektronisch worden bediend, maar alleen de zwaarste klok wordt nog mechanisch gebruikt voor de halfuurslag via een elektromagnetische hamer.