Monumenten in Heusden: De 'achterafwoning' op Lipsstraat 11, Drunen
In dit artikel:
Op de hoek van de Grotestraat en de Lipsstraat (vroeger Badhuisstraat) lag eind 19e eeuw nog een landbouwperceel. In het voorjaar van 1896 kocht de Brusselse onderneming “De Namelooze Vennootschap Vicinaux” het terrein om er een tramremise, spooremplacement en watervulstation voor de stoomtram ’s‑Hertogenbosch–Drunen–Heusden/Waalwijk te vestigen. De tramlijn ging op 8 november 1896 in dienst en werd op 1 oktober 1936 buiten gebruik gesteld.
Achter de tramrails verrees in 1897 een bedrijfswoning, op ongeveer 50 meter van de straat. Van 1901 tot september 1937 leidde Adriaan Hooymaaier de remise en fungeerde hij als controleur van de trams. Na de verkoop van het complex in 1937 aan busonderneming BBA uit Breda kreeg de woning nieuwe bewoners. Van 26 juni 1942 tot 1 april 1948 woonde daar gemeentelijke vroedvrouw Fien d’Olieslager; tijdens de oorlog bood zij van juli 1942 tot november 1944 onderdak aan het Joodse gezin Clarenburg en hun dochter. Vanaf 1948 huisvestte het pand enkele Drunense politieagenten. In 1950 kocht N.V. ’s‑Hertogenbossche Scheepsschroevengieterij M. Lips het terrein met het oog op een betonfabriek; de bedrijfswoning werd opgeknapt en vanaf 1952 verhuurd aan Theodora Couwenberg en magazijnmeester Martinus Verharen, die tot 2006 huurder bleef. Eerder had buurman Bep de Gouw het pand van Lips Woningstichting gekocht.
Kadastraal dateert de woning uit 1897; renovaties vonden plaats in 1950 en een restauratie in 2015. Van de originele gevel zijn alleen de gemetselde bakstenen bewaard; veel bouwdelen zijn vernieuwd. De eenlaagse woning heeft een verhoogd zadeldak met blauw gesmoorde keramische pannen (Tuile du Nord), een symmetrische gevel met een middenrisaliet en diverse natuursteenornamenten, mozaïekfries van gele baksteen, glas-in-lood bovenlichten en karakteristieke rollagen en venstertypologieën. (Bart Beaard)