Monique van de Ven (73) openhartig over foute producenten en innige band met Rutger Hauer. 'Een stoer ventje was het'
In dit artikel:
Monique van de Ven (73) ontvangt op 13 september tijdens het Film by the Sea-festival in Vlissingen een oeuvreprijs; tegelijk gaat daar de film over haar leven, Een vrouw als Monique, in première. De autobiografische film van Claire Pijman, met Joes Brauers als jonge man die onverwacht bij Van de Ven in een vakantiehuis in Bretagne aanklopt, draait vanaf 18 september in de bioscoop. In die intieme, deels gefilmde gesprekssituatie vertelt Van de Ven zichzelf — ondersteund met foto’s en archiefmateriaal — en blikt ze terug op zowel haar carrière als persoonlijke verliezen.
Van de Ven, bekend geworden met haar doorbraak in 1973 in Turks Fruit en later te zien in titels als Keetje Tippel, De aanslag en Amsterdamned, woonde het interview in haar huis in Blaricum. Ze zegt sinds 2018 weinig nog te spelen (laatste rol in Dokter Deen) en gunde zichzelf een sabbatical; de coronaperiode kwam haar goed uit als ontsnapping aan verplichtingen. Toch raakte ze overtuigd door Pijmans script: het klikte en de filmopnamen vonden plaats in een afgelegen Bretonse woning, waar ook de relatie met Brauers zich ontwikkelde.
Een van de ontroerendste passages in de film is Van de Vens openheid over het verlies van haar eerste zoon Nino, die stierf aan hersenvliesontsteking voor zijn tweede verjaardag — iets wat ze zelden publiekelijk had besproken. Ze legt uit hoe kunst en leven elkaar soms onheilspellend kruisen: jaren eerder speelde ze in Romeo een moeder die een kind verliest, en die ervaring maakte het persoonlijke verlies extra scherp. Ook vertelt ze hoe de kinderfilm Lang leve de koningin haar uit een diep rouwdal trok en haar weer de wereld in hielp.
Persoonlijke relaties en herinneringen lopen als een rode draad door het gesprek. Van de Ven spreekt liefdevol over haar nauwe werkrelatie en vriendschap met Rutger Hauer — “Ik mis Rutger Hauer nog elke dag.” — en over haar band met regisseur Paul Verhoeven, die haar als 19‑jarige castte voor Turks Fruit. Ze reflecteert op haar periode in Los Angeles met ex‑man Jan de Bont, waar ze onder meer acteerrichtingen volgde aan UCLA en kleine rollen in Amerikaanse series had, maar bewust haar Nederlandse carrière niet wilde loslaten.
Ook maatschappelijke thema’s passeren: Van de Ven erkent dat de filmwereld destijds losse omgangsvormen kende en waardeert de huidige aandacht voor grenzen en intimiteitscoördinatie, al waarschuwt ze voor overdrijving. Ze deelt incidenten van ongewenste avances in Amerika en haar directe manier om daarmee om te gaan. Over acteurs die politiek bedrijven op sociale media is ze terughoudend: bewondering, maar ook vrees dat engagement publiek en rollen door elkaar gaat halen.
De oeuvreprijs blijkt voor Van de Ven een moment van bewustwording: ze ziet zich nu meer als icoon van de Nederlandse film. Over toekomstplannen is ze voorzichtig: geen concrete deelname aan Amsterdamned 2 bekend, maar haar partner Edwin de Vries werkt aan een nieuw internationaal script — mogelijkheden blijven dus open. Ze sluit met een persoonlijke noot: haar zoon Sammie noemde de film “prachtig en ontroerend”, en zelf zegt ze tevreden te zijn met “een fantastische man, prachtig kind en best een leuk tuintje.”