Mona Keijzer en Fleur Agema weigeren naar gaypride in Hongarije te gaan: 'Gekke motie'
In dit artikel:
De Tweede Kamer heeft het kabinet opgeroepen om een delegatie naar een pride-mars in Boedapest te sturen als protest tegen het Hongaarse verbod op zulke manifestaties, waarvoor een boete van 500 euro staat. Deze motie, gesteund door partijen als SP, GroenLinks-PvdA, Volt, D66, NSC, CDA, VVD en BBB, onderstreept de afkeuring van Nederland over het repressieve beleid van Hongarije. Vicepremiers Fleur Agema (PVV) en Mona Keijzer (BBB) weigeren echter deel te nemen aan de pride-mars. Keijzer benadrukt haar eerdere steun voor prides in Nederland, maar vindt het ongepast om in een ander land publiek te demonstreren, terwijl Agema de motie zelfs als "gek" bestempelt. PVV steunde bovendien als enige regeringspartij tegen de motie. Minister Marjolein Faber (Asiel) gaf aan het kabinet niet in dit protest te zullen vertegenwoordigen en vond dat de Tweede Kamer zelf actie moet ondernemen. Vicepremier Sophie Hermans (VVD) meldde dat het kabinet zich nog over het standpunt zal beraden. Deze situatie illustreert de verdeeldheid binnen de Nederlandse regering en politiek over de manier waarop men omgaat met buitenlandse politieke protesten en mensenrechtenkwesties.