Mona Keijzer, 5 jaar na corona: 'Wat we onze jeugd hebben aangedaan, vind ik onvergeeflijk'

zaterdag, 25 oktober 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

Vijf jaar na Mark Rutte’s uitspraak in 2020 — “Laten we varen op de deskundigheid” — kijkt Mona Keijzer kritisch terug op het coronabeleid in Nederland. In een telefonisch interview met journaliste Eva Munnik, gevoerd tijdens campagnetijd nu Keijzer als nummer twee op de BBB-kandidatenlijst campagne voert, legt zij uit waarom zij vindt dat de crisisaanpak ernstige schade heeft aangericht aan samenleving en vertrouwen in de overheid.

Wie en wanneer: Keijzer was staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat tot haar ontslag in september 2021, dat volgde op haar openlijke kritiek op het coronatoegangsbewijs. Nu zit zij politiek bij de BoerBurgerBeweging (BBB) en is demissionair minister verantwoordelijk voor woningbouw en asielkwesties. Het interview vindt plaats in aanloop naar verkiezingen en kort na een besloten voorgesprek met de parlementaire enquêtecommissie Corona, waardoor haar kritiek actueel en persoonlijk onderbouwd is.

Kernkritiek: Keijzer stelt dat het Nederlandse beleid te eenzijdig tot stand kwam doordat tegengeluid niet werd toegelaten. Een kleine kring experts domineerde het publieke debat en beleidskeuzes werden vooral ingevoerd om daadkracht en controle te tonen, niet omdat de maatregel onomstotelijk noodzakelijk was of proportioneel. Ze noemt de invoering van de avondklok een voorbeeld: gebaseerd op literatuur en internationale situaties (zoals Frankrijk) die niet goed vergelijkbaar waren met Nederland, en zonder duidelijk bewijs voor het verwachte effect hier. Daardoor werden regels ingevoerd die moeilijk teruggedraaid konden worden — ze werden onderdeel van een ‘systeemwerkelijkheid’.

Gevolgen voor de samenleving: Volgens Keijzer leidde die aanpak tot stigmatisering van andersdenkenden — wie vraagtekens stelde werd al snel als ‘wappie’ weggezet — en tot ingrijpende beperkingen van grondrechten. Ze wijst op het coronatoegangsbewijs (QR-code) en de rol van apps bij surveillance: gezondheidsgegevens werden in apps gezet en burgers kregen deels de rol om elkaar te controleren. Keijzer waarschuwt dat dit soort bevoegdheden zelden weer worden teruggedraaid en ziet parallels met bredere digitaliseringsontwikkelingen (denk aan de digitale euro).

Impact op jongere generaties en alternatieve opties: Keijzer zegt zich vooral te storen aan de gevolgen voor jongeren, die volgens haar onevenredig schade hebben ondervonden, met name degenen die al kwetsbaar waren. Ze benadrukt dat uit het begin van de pandemie snel bleek dat ouderen en mensen met obesitas het grootste risico liepen, en dat vaccinatie later weinig effect bleek te hebben op transmissie — inzichten die in haar ogen onvoldoende doorwoog bij het formuleren van beleid. Ze verwijst naar Zweden als voorbeeld van een andere koers — scholen open, geen brede lockdowns — en stelt dat daar uiteindelijk geen hogere sterftecijfers hunen tegenover stonden, wat het debat over proportioneel beleid voedt.

Besluitvorming en politieke dynamiek: Keijzer bekritiseert de politieke cultuur tijdens de crisis: brede partijen zoals VVD en CDA sloten grotendeels aan bij de strikte maatregelen, deels omdat openbaar tegengeluid werd ontmoedigd en media weinig kritisch optraden uit angst de crisis te ondermijnen. Ze vertelt dat zij zelf pas in het najaar van 2020 intensiever informatie ging verzamelen (onder meer bij IC-artsen) en alternatieve, virusgerichte voorstellen formuleerde. Omdat die intern weinig gehoor vonden en omdat een cultuur van ‘eenheid uitstralen’ heerste, leidde dat uiteindelijk tot haar breuk met het kabinet in 2021.

Oproep en lessen voor de toekomst: Keijzer pleit voor het expliciet organiseren van tegenstemmen in toekomstige crises: “In een crisisstructuur moet je echte tegendenkers opnemen.” Ze benadrukt het belang van diversiteit in besluitvormende gremia (zij suggereert dat de toenmalige ‘mannenclub’ meer neigde naar grote maatregelen) en het vasthouden aan rechtsstatelijke principes en proportionaliteit. Verder waarschuwt ze voor blijvende ingrepen in grondrechten en voor vergaande surveillancemogelijkheden die met digitalisering meekomen.

Persoonlijke achtergrond en legitimiteit: Keijzer onderstreept dat haar kritiek niet louter politiek gemotiveerd is: zij heeft formeel achtergrond in staats- en bestuursrecht, heeft persoonlijk ondervonden dat spreken tegen de stroom politieke consequenties had, en zegt “de hoogste tol” te hebben betaald. Dat geeft haar volgens haarzelf het recht van spreken en vormt de basis van haar huidige politieke positie bij BBB, waarin ze pleit voor meer menselijk maatwerk en gezond verstand.

Contextuele aantekeningen: Het interview maakt deel uit van een reeks portretten en kritische terugblikken bij Wynia’s Week, en sluit aan bij bredere debatten over de parlementaire corona-enquête, de balans tussen volksgezondheid en vrijheidsrechten, en de vraag hoe democratische samenlevingen beter crisisbestendig kunnen worden zonder langdurige inperking van burgerrechten.

Kort gezegd: Keijzer ziet de crisisaanpak in Nederland als te centralistisch, te weinig transparant en te weinig open voor dissent, met blijvende negatieve effecten op samenleving, vertrouwen en individuele vrijheden. Haar oplossing: waarheidsgetrouwe afwegingen, diversiteit in advies- en beslissingsrangen en verplicht ruimte bieden voor goed onderbouwd tegengeluid in toekomstige noodsituaties.