Moeten we bang zijn voor AI?
In dit artikel:
Psycholoog en filosoof Arthur Eaton reageert (26 november 2025) op de vraag of we bang moeten zijn voor kunstmatige intelligentie. Hij stelt dat de objectieve risico’s niet zijn wat hij primair wil beoordelen — dat is werk voor technici en beleidsmakers — maar dat psychoanalyse wél iets zegt over de bewuste en onbewuste fantasieën die mensen aan AI toeschrijven. Eaton betoogt dat grote technologische vernieuwingen vaak vergezeld gaan van utopische en apocalyptische beelden, en dat het gevaar niet alleen in de technologie zelf zit, maar in wat wij er psychisch in leggen.
Mensen hebben de neiging verantwoordelijkheid en vrijheid uit handen te geven; in dat vacuüm zoeken ze externe autoriteiten die troosten, leiden of beslissingen nemen. Eaton ziet dat veel mensen AI al gebruiken als coach of orakel — een moderne vervanging van de “ouderlijke” instantie waar mensen graag op vertrouwen. Hij verwijst naar filosofen als Feuerbach en schrijver Nikos Kazantzákis om te illustreren hoe mensen eerder een hogere autoriteit creëren en zich daaraan onderwerpen dan de onzekerheid van radicale vrijheid te verdragen. In het huidige “dood van God”-tijdperk ontstaat zo de verleiding om technologie quasi-religieuze functies toe te kennen.
Zijn conclusie: AI kan gevaarlijk zijn, maar minstens zo problematisch zijn de verlangens en angsten die wij in die systemen projecteren — het verlangen naar een alwetende Ander, naar verlossing of naar onderwerping. De taak van psychoanalyse is niet het voorspellen van technische uitkomsten, maar het onderzoeken welke kanten van onszelf we via AI willen overdragen en welke psychische dynamieken dat onthult.