Moet de Brede Maatschappelijke Discussie weer terug?
In dit artikel:
Een Volkskrant-journalist en columnist belicht de opschudding rond Den Haag’s besluit — gesteund door een Kamerbrede meerderheid — om “onder voorwaarden” twee nieuwe kerncentrales te laten bouwen die in 2040 operationeel moeten zijn. Het project wordt begroot op ongeveer 40 miljard euro en leidt tot een lokaal referendum-achtig proces in Zeeland: zo’n 400.000 Zeeuwen mogen tot eind september meedoen aan straatgesprekken, een online enquête en schooldiscussies over mogelijke locaties, met Borssele en Terneuzen als voornaamste kandidaten; Eemshaven en Maasvlakte liggen als alternatieven op tafel.
De schrijver trekt een directe vergelijking met de Brede Maatschappelijke Discussie (BMD) van 1981, toen het kabinet het besluit over kernenergie extern onderbracht en die exercitie uitmondde in verwarring, wantrouwen en bestuurlijke chaos — waarna economische overwegingen en later de kernramp in Tsjernobyl het beleid bepaalden. Nu ontstaat wat hij sarcastisch een “Smalle Maatschappelijke Discussie” noemt: een beperkt consultatieproces dat al vroeg hevige tegenstellingen oplevert omdat niemand de centrales in de eigen achtertuin wil.
Praktische protestacties zijn al zichtbaar: in Terneuzen plaatste een actiegroep borden in de Paulinapolder en in Borssele vond een demonstratie plaats. De formele regeringsbeslissing wordt verwacht in de tweede helft van 2026, als er een nieuw kabinet is. De auteur waarschuwt dat de discussie waarschijnlijk in felle verdeeldheid eindigt en spiegelt de situatie met ironie door te suggereren dat Den Haag mogelijk eist dat dergelijke “wingewesten” ver van de hoofdstad liggen — een knipoog naar historische patronen waarbij regio’s de lasten van energie-infrastructuur dragen.