Moeizame klimaattop levert deal op, zonder afbouw fossiele brandstoffen

In dit artikel:

De klimaattop COP30 in Belém eindigde nadat delegaties moeizaam tot een akkoord kwamen, maar dat akkoord bevatte geen concrete afspraken over het uitfaseren van fossiele brandstoffen. Hoewel dat onderwerp prominent op de agenda stond, kon er geen bindende tekst worden afgesproken; de Europese Unie keurde het compromis ondanks grote ontevredenheid toch goed omdat er niets meer uit te halen leek.

Wel staat in de goedgekeurde slottekst een oproep om te „streven” naar een verdriedubbeling van het budget voor klimaatadaptatie tegen 2035 — maatregelen om bijvoorbeeld overstromingen en andere klimaatgevolgen het hoofd te bieden. Over het totaalbedrag voor klimaatfinanciering werden geen nieuwe concrete toezeggingen gedaan; op COP29 was al afgesproken dat er in 2035 jaarlijks 300 miljard dollar beschikbaar zou moeten zijn.

De plenaire vergadering verliep rommelig, met Colombia als belangrijkste bezwaar; een delegatielid zei dat een COP die de waarheid beoogt de wetenschap niet kan negeren en eiste concrete stappen richting een stop op kolen, olie en gas. Na overleg trok Colombia haar bezwaar in. De Braziliaanse voorzitter André Corrêa do Lago erkende dat sommige landen hogere ambities wilden en kondigde aan routekaarten te maken voor landen die willen stoppen met fossiele brandstoffen en voor het beëindigen van ontbossing.

Nederlandse klimaatminister Sophie Hermans had liever striktere uitstootafspraken gezien, maar ziet wel aanknopingspunten. Klimaatonderzoeker Heleen de Coninck noemt de uitslag weinig vooruitgang: de aangekondigde routekaarten zijn creatief maar onduidelijk in effect. President Lula benadrukte dat de top, nu de wereld de grens van 1,5°C heeft overschreden, koos om door te gaan met internationale samenwerking. Conclusie: er is een politiek compromis met extra aandacht voor adaptatie en procesinstrumenten, maar weinig bindende maatregelen tegen fossiele brandstoffen of nieuwe vaste financiële toezeggingen.