Mocht de politie honderden keren gegevens bekijken van deze Amsterdamse activist?
In dit artikel:
Nationale ombudsman Reinier van Zutphen concludeert dat de manier waarop de politie persoonsgegevens van een Amsterdamse klimaatactivist beheert mogelijk niet aan de wettelijke eisen voldoet. De klacht ging in op het feit dat politiegegevens van deze persoon in een periode van tien jaar honderden keren zijn opgevraagd.
De kernpunten zijn: wie — de ombudsman en een Amsterdamse klimaatactivist; wat — herhaalde opvragingen van persoonlijke politiegegevens; wanneer — verspreid over tien jaar; waar — Nederland (met de betrokkene uit Amsterdam); en waarom — omdat het patroon van opvragingen vragen oproept over rechtmatigheid, doelbinding, noodzakelijkheids- en proportionele verwerking van data.
Van Zutphen noemt zorgen over naleving van regels rond registratie en toegankelijkheid van politiegegevens (zoals normen uit de Wet politiegegevens en de Algemene verordening gegevensbescherming). Hij wijst erop dat veelvuldige opvragingen en lange bewaartermijnen zonder duidelijke rechtvaardiging problematisch zijn voor privacy en rechtsbescherming. De ombudsman kan geen bindende sancties opleggen, maar kan aanbevelingen doen en publieke druk uitoefenen zodat de politie haar praktijken aanpast.
Als vervolgstappen kunnen een nadere onderzoeksvraag, verbeterde verwerkingsprotocollen, betere verantwoording richting betrokkenen en - indien nodig - melding bij de Autoriteit Persoonsgegevens volgen. De zaak benadrukt bredere zorgen over hoe de politie met data van activisten en burgers omgaat en roept op tot strengere waarborgen tegen onnodige of onrechtmatige surveillance.