Ministerie van Sociale Zaken: AOW-leeftijd gaat in 2031 niet omhoog
In dit artikel:
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft vrijdag bevestigd dat de AOW-leeftijd minimaal tot en met 2031 op 67 jaar en drie maanden blijft. Die beslissing volgt op nieuwe prognoses van het CBS, dat de wettelijke maatstaf hanteert: de verwachte resterende levensduur van 65‑jarigen vijf jaar later (dus in 2031).
Volgens het CBS zal een 65‑jarige in 2031 naar verwachting nog gemiddeld 21 jaar en 7 dagen leven, slechts iets meer dan het cohort van 2030. Omdat de wet verhogingen van de AOW‑leeftijd in stapjes van drie maanden koppelt aan een aanzienlijke stijging van de levensverwachting (de drempel is vierenhalve extra levensmaanden), is die kleine toename onvoldoende om de pensioengerechtigde leeftijd op te trekken. Wettelijk is bovendien vastgelegd dat de AOW-leeftijd niet kan dalen.
De coronapandemie verstoorde eerdere trends: tijdens de crisis nam de sterfte toe en de herstelbeweging is volgens het CBS trager dan eerder verwacht. Mogelijke oorzaken zijn een blijvende kwetsbaarheid na infecties, uitgestelde zorg in de lockdownjaren en acute sterfgevallen na valincidenten; vorig jaar overleden ruim zevenduizend 65‑plussers na een val. Eerder leidde CBS‑materiaal eind 2022 wel tot een aangekondigde verhoging voor 2028, maar voor 2031 is die stap nu niet gerechtvaardigd.