Ministerie moet weer met Arriva in gesprek over spoorlijn Groningen-Zwolle

In dit artikel:

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelde dinsdag dat staatssecretaris Thierry Aartsen onterecht de onderhandelingen over de spoorconcessie 2025–2033 met Arriva voortijdig had afgebroken. Het ministerie had betoogd dat Arriva de continuïteit van stoptreindiensten tussen Groningen/Leeuwarden en Zwolle niet voldoende kon garanderen, maar het CBb vond daar geen bewijs voor. De rechter verplicht Aartsen direct opnieuw met Arriva te praten en uiterlijk 8 december te melden wat de uitkomst is.

Als Arriva uiteindelijk een beter bod blijkt te hebben dan NS, kan de vervoerder uit Heerenveen het NS-monopolie op het noordelijke hoofdspoor doorbreken. Arriva wil naast behoud van stoptreinen ook nieuwe sneltreinen inzetten die tussen Groningen en Zwolle alleen in Assen en Hoogeveen stoppen; daarnaast wil het extra stops in Staphorst en een snellere aansluiting voor Meppel in ochtend- en middagrichting. Anne Hettinga, ceo van Arriva Nederland, reageerde verheugd: "Dit is geweldig nieuws."

Tegelijk ligt de grotere structuurvraag over de NS-concessie nog gevoelig: de hoofdrailnetconcessie werd onderhands gegund en Nederland krijgt kritiek uit Brussel, met een procedure bij het Europees Hof die de hele aanbestedingsconstructie en mogelijke schadeclaims kan beïnvloeden.