Ministerie hield kritisch rapport over corruptie onder de pet

maandag, 15 september 2025 (06:08) - Follow the Money

In dit artikel:

Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft een verkennend rapport over de weerbaarheid van de Nederlandse overheid tegen corruptie weggestopt nadat het per Woo-verzoek door Follow the Money openbaar werd. Het stuk, afgerond op 29 augustus 2024 door auteur Bert Woest en een medeauteur, concludeert unaniem dat Nederland onvoldoende bestand is tegen corrupte invloeden: er ontbreekt samenhangend beleid, bestuurlijke verantwoordelijkheid en leiderschap, kennis over corruptie is beperkt, men is te naïef over de risico’s en er wordt te weinig geïnvesteerd in preventie en opsporing. De expliciete constatering dat “bestuurlijke verantwoordelijkheid is onvoldoende en leiderschap schiet tekort” is in de vrijgegeven versie deels weggelakt.

Het ministerie rechtvaardigde het onder de pet houden door te stellen dat het geen degelijk onderzoeksrapport zou zijn maar meer een “verslag van gesprekken”, met te weinig methodologische verantwoording, onvoldoende bestuurlijke draagkracht en mogelijk feitelijke onjuistheden. Onafhankelijke experts en betrokkenen die zijn geïnterviewd, waaronder lector Willeke Slingerland en Transparency International Nederland, bestrijden die oordeel. Woest sprak 163 mensen bij 40 organisaties en leverde volgens critici een gedegen verkenning met actuele literatuurlijst; veel deskundigen zeggen dat de conclusies overeenkomen met internationale signalen en trends.

De achtergrond blijkt zorgelijk: corruptiebestrijding is versnipperd over ministeries (vooral Justitie en Binnenlandse Zaken), bureaucratisch en grotendeels incidentgestuurd. Hogere ambtenaren blijken terughoudend om problemen rondom integriteit publiek te maken; Woest vertelt dat zijn poging het rapport aan de minister te presenteren onbeantwoord bleef en dat DGO-topkritiek veroorzaakte. Tegelijkertijd zijn er per sector ook voorbeelden van verbetering: de Belastingdienst, de Beveiligingsautoriteit Rijk en adviezen van de Rijksrecherche worden als positief genoemd.

Extern bewijs ondersteunt het beeld van verslechtering: Nederland zakte op de Corruption Perceptions Index van 84 punten (2012) naar 78 nu, en daalde van de zevende naar de negende plaats. De Europese corruptiewaakhond GRECO wees Nederland recent scherp op tekortkomingen, waaronder gebrek aan transparantie rond lobbycontacten; onderzoek laat zien dat slechts één van vijftien ministeries aan de nieuwe richtlijn voor openbaar maken van bewindspersonenagenda’s voldoet, terwijl het ministerie van Justitie en Veiligheid slechts acht procent correct registreert. Nederland is bovendien het enige Europese land waar handel in invloed niet apart strafbaar is, iets wat volgens Rijksrecherche en OM problematisch is — in de praktijk leidde dat tot vrijspraak in hoger beroep van enkele Haagse politici.

Transparency International en andere experts vermoeden dat de ministeriële kritiek vooral bedoeld is om ongemakkelijke conclusies te temperen. Zij vinden het opvallend dat het door DGO zelf aangevraagde verkennende onderzoek niet openbaar werd gemaakt. Tegelijk signaleert Woest dat er binnen de uitvoerende rangen veel draagvlak is voor de conclusies; het probleem ligt volgens hem bij de prioritering en het leiderschap op hoger niveau.

Kernboodschap: er is groeiende bewijsvoering dat Nederland kwetsbaar is voor corruptie en dat de huidige aanpak fragmentarisch en onvoldoende robuust is. Experts dringen aan op meer bestuurlijk leiderschap, samenhangend rijksbreed beleid, betere transparantie rond lobby en overweging van strafbaarstelling van handel in invloed om integriteit en weerbaarheid te versterken.