Minister wil einde aan conflict over opererende cosmetisch artsen

In dit artikel:

Demissionair minister Bruijn vraagt het Zorginstituut om in te grijpen in het jarenlange conflict tussen plastisch chirurgen en cosmetisch artsen over wie welke ingrepen mag uitvoeren. De ruzie draait vooral om snijdende operaties zoals facelifts, schaamlipcorrecties en buikwandcorrecties; plastisch chirurgen willen dat erkende cosmetisch artsen dergelijke operaties staken. Vorig jaar vroegen plastisch chirurgen nog om een wetswijziging, maar minister Dijkstra verwees toen naar het Zorginstituut. Haar opvolger Agema gaf de partijen een jaar de tijd om zelf tot afspraken te komen; dat overleg heeft niets opgeleverd.

Belangrijk verschil is dat zowel cosmetisch artsen KNMG als plastisch chirurgen eerst arts zijn, maar de cosmetisch arts doorgaans een tweejarige vervolgopleiding heeft gericht op injectables (botox, fillers) terwijl plastisch chirurgen zes jaar extra specialiseren in snijdende chirurgie. Omdat er geen wettelijke bekwaamheidseisen voor cosmetische ingrepen bestaan, ontstaat volgens Bruijn een "grijs gebied" waarin de Inspectie Gezondheid en Jeugd moeilijk toezicht kan houden en waarin volgens plastisch chirurgen soms complicaties ontstaan die zij moeten oplossen. Bruijn noemt het ontbreken van eisen "een risico voor de veiligheid van de patiënt" en wil dat het Zorginstituut de regie neemt om bekwaamheidseisen op te stellen. De Nederlandse Vereniging van Plastisch Chirurgen noemt deze stap weinig hoopgevend: "Dit is een herhaling van zetten", zegt plastisch chirurg Ali Pirayesh. De NVCG heeft nog niet gereageerd.