Minister tikt steggelende omroepen op de vingers: 'Vooral bezig met hun eigen positie'
In dit artikel:
Het overleg over het samenvoegen van bestaande omroepen tot een beperkt aantal ‘omroephuizen’ verloopt stroef en schaadt volgens minister Gouke Moes (Media) het imago van de publieke omroep. Doel van de hervorming is het bestel te vereenvoudigen zodat de publieke omroep toekomstbestendig blijft, maar onenigheid over wie met wie moet fuseren en hoeveel huizen er komen blokkeert vooruitgang.
Een procesregisseur concludeerde dat er geen clustering bestaat die zowel door álle omroepen wordt gedragen als binnen de door Den Haag gestelde kaders past. In de praktijk tekenen zich al losse samenwerkingsinitiatieven af: EO, Human en VPRO willen samen, AvroTros en PowNed kondigden in april al een samenwerking aan, terwijl NOS en NPO buiten de omroephuizen blijven staan. Een aantal fusieomroepen en PowNed pleit – samen met de NOS – voor slechts drie omroephuizen; anderen, en de politiek, denken eerder aan vier of vijf.
Moes benadrukt dat de hervorming als één samenhangend stelsel moet worden opgezet en dat eigenbelang van omroepen de indruk wekt van onderlinge blokkades in plaats van dienstverlening aan kijkers en samenleving. Hij vindt dat de politiek meer sturing moet geven door het wetsvoorstel duidelijkere kaders te laten bevatten.
Opvallend is dat de aspirant-omroepen Ongehoord Nederland en Omroep Zwart niet in de besproken varianten zijn meegenomen; volgens de minister zijn zij wel in principe kandidaat voor een plek, maar hun indeling kan wachten op een evaluatie die in het voorjaar van 2026 gepland staat. De bredere hervorming en het bijbehorende wetsvoorstel moeten uiterlijk in de zomer van 2027 afgerond zijn.