'Minister moet maatregelen nemen om hoge medicijnprijzen in te perken'
In dit artikel:
Zorginstituut, NZa en ACM adviseren minister Jan Anthonie Bruijn om strengere maatregelen te nemen tegen te hoge medicijnprijzen en duidelijke kaders op te stellen voor vergoeding. Het advies is afkomstig uit het programma Maatschappelijk Aanvaardbare Uitgaven Geneesmiddelen (MAUG), dat in 2023 is gestart nadat de Tweede Kamer in 2021 via de motie‑Kuiken om een onderzoek vroeg. De aanbevelingen zijn woensdagmiddag na ruim twee jaar aan de minister aangeboden.
De aanleiding is dat steeds hogere uitgaven aan dure geneesmiddelen andere zorg onder druk zetten: meer geld naar medicijnen betekent minder ruimte voor bijvoorbeeld ziekenhuiszorg. Het Radboudumc vroeg een burgerpanel wat Nederlanders acceptabel vinden; dat panel vindt niet dat alle nieuwe middelen automatisch in het basispakket thuishoren en pleit voor scherpere beoordelingscriteria en het durven zeggen van ‘nee’ bij te hoge prijzen.
MAUG formuleert uitgangspunten: een middel mag duurder zijn als het substantiële extra gezondheid oplevert of bij ernstige ziekte, maar bij twijfelachtige meerwaarde of geringe innovatie moet de prijs lager zijn. Ook moeten middelen met een grote doelgroep, die de samenleving veel kosten, goedkoper worden. Deze criteria waren deels al in gebruik bij het Zorginstituut, maar krijgen nu zwaarder gewicht doordat ook de maatschappelijke impact expliciet wordt meegewogen.
Concurrentie krijgt extra aandacht: hoge prijzen mogen slechts tijdelijk zijn. Zodra fabrikantkosten zijn terugverdiend of er concurrentie ontstaat, moet de prijs dalen. Toezichthouders signaleren dat geneesmiddelenproducenten legale strategieën toepassen om monopolieperiodes te rekken (bijvoorbeeld nieuwe toedieningsvormen), waardoor prijzen onnodig lang hoog blijven.
Het advies verschijnt in een gevoelig internationaal klimaat, waarin bijvoorbeeld de VS over hoge medicijnprijzen discussiëren en de farmaceutische industrie waarschuwt dat strengere toelatingseisen investeringen in Nederland kunnen beïnvloeden. De toezichthouders en minister benadrukken dat Europese coördinatie belangrijk is en zien weinig aanleiding te verwachten dat producenten Nederland snel verlaten zolang de markt lucratief blijft.