Minder leerlingen uit groep 8 kunnen een gesprek op gang houden
In dit artikel:
Onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs toont dat Nederlandse basisschoolleerlingen aan het einde van groep 8 de laatste jaren minder goed kunnen praten over alledaagse onderwerpen. Waar in schooljaar 2016-2017 nog 87% het basisniveau 1F behaalde, gold dat in 2024 nog voor 69%. Volgens inspecteur Matthijs van den Berg hebben veel kinderen moeite een gesprek te beginnen of gaande te houden, hun gedachten en gevoelens onder woorden te brengen en een mening toe te lichten.
In een experiment bleken leerlingen die onder 1F scoren zelden actief deel te nemen aan gesprekken, gaven ze weinig inzicht in hun denkproces en gebruikten ze een beperkte woordenschat, wat leidde tot korte, herhaalde antwoorden. De inspectie ziet dat scholen vooral inzetten op leesvaardigheid en te weinig aandacht geven aan spreken, terwijl spreekvaardigheid cruciaal is voor sociaal functioneren, verdere taalontwikkeling en schoolsucces.
Aanbevelingen zijn om op school structureel meer gerichte spreekopdrachten te geven (zogenaamd taalbewust lesgeven) in plaats van sporadische spreekbeurten, en dat ouders thuis vaker over actualiteit en meningen met kinderen praten. Van den Berg wijst er ook op dat schermgebruik mogelijk bijdraagt aan het gebrek aan gespreksuren aan de keukentafel.