Minder ervaring Kamerleden leidt tot minder kwaliteit Kamerwerk

dinsdag, 11 november 2025 (15:21) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Dinsdag stappen zeventig Tweede Kamerleden uit, woensdag nemen evenzoveel nieuwkomers hun plaats in — al zaten vijftien van die nieuwkomers eerder al in de Kamer. Het vertrek is fors maar niet ongekend; in 2023 gingen na de verkiezingen tachtig Kamerleden weg. De groep die woensdag wordt geïnstalleerd heeft gemiddeld iets meer dan drie jaar parlementaire ervaring, een stijging ten opzichte van twee jaar geleden, maar de algehele trend is duidelijk: het ervaringsniveau in de Kamer daalt.

Twee hoofdredenen verklaren dit: partijen plaatsen veel nieuwkomers op hun kandidatenlijsten om kiezers te trekken, en electoraatverschuivingen naar opkomende partijen brengen automatisch veel debutanten binnen. Bekende vertrekkers zijn onder anderen Frans Timmermans, Eddy van Hijum en Michiel van Nispen. De langstzittende politicus blijft Geert Wilders (27 jaar), gevolgd door vier collega-PVV’ers die bijna twee decennia Kamerervaring hebben. Bij D66 zijn 16 van de 26 Kamerleden nieuw, bij het CDA 13 van de 18; JA21 groeide van 1 naar 9 zetels, waarvan zes zonder eerdere Kamerervaring.

De afname van parlementaire ervaring heeft volgens het artikel vijf nadelen. Ten eerste verzwakt het het machtsevenwicht met de regering: individuele Kamerleden beschikken over weinig ambtelijk steun om ministers effectief te controleren. Ten tweede wordt het toezicht en de kritische houding van de Kamer minder scherp, waardoor misstanden minder snel aan het licht kunnen komen. Ten derde lijdt de kwaliteit van wetgeving: complexe dossiers zoals klimaat, stikstof, AI en defensie vragen tijd om te doorgronden. Ten vierde schaadt het de politieke cultuur en continuïteit; veel inwerkwerk zorgt dat lange-termijnvisie onder druk komt te staan en nieuwkomers gevoelig zijn voor mediadruk. Ten slotte vermindert het de doorstroming naar kabinetsposten: minder parlementaire routiniers betekent een kleiner reservoir aan potentiële ministers en staatssecretarissen.

Als remedie pleit het stuk voor partijbesturen om bij samenstelling van lijsten meer waarde te hechten aan politiek vakmanschap, bijvoorbeeld door te streven naar kandidaten met minstens twee zittingsperioden van vier jaar, zodat ervaring evenveel telt als vernieuwing.