Minder baby's met RS-virus op intensive care, prik lijkt te werken
In dit artikel:
Het aantal zuigelingen met een RSV-infectie dat dit seizoen op een kinder-IC terechtkomt, is veel lager dan in voorgaande jaren, blijkt uit wekelijkse cijfers van het RIVM. De daling valt samen met de introductie van een nieuwe prik tegen het respiratoir syncytieel-virus die sinds september in Nederland beschikbaar is; kinderarts-infectioloog Joanne Wildenbeest zegt wel dat het nog te vroeg is voor definitieve conclusies omdat het seizoen later lijkt te beginnen en niet bekend is welke baby's gevaccineerd zijn, maar ze merkt in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht duidelijk minder IC-opnames.
Het RIVM registreert de opnames op de zeven Nederlandse kinder-IC's en ziet, ondanks een gebruikelijke winterstijging van het virus, opvallend minder zware gevallen dan andere jaren. RSV veroorzaakt bij oudere kinderen en volwassenen vooral verkoudheidsklachten, maar kan bij zuigelingen leiden tot ernstige ademhalingsproblemen; wereldwijd is het na malaria een van de belangrijkste doodsoorzaken bij zuigelingen. In Nederland zijn sterfgevallen zeldzaam, maar jaarlijks komen duizenden baby’s in het ziekenhuis en 150–200 op de IC terecht, wat vorig jaar tot capaciteitsproblemen leidde en zelfs tot hulp uit buurlanden.
De prik kreeg in 2023 goedkeuring van het EMA en begin 2024 adviseerde de Gezondheidsraad snel alle baby’s te beschermen. Door financiële belemmeringen startte Nederland later dan landen als Frankrijk en Luxemburg, waar vaccinatie al leidde tot een daling van zo’n 80 procent in ziekenhuisopnames volgens het RIVM. Over ongeveer een maand verwachten deskundigen meer zekerheid over het directe effect van de inenting op de IC-cijfers; voorlopig geven de gegevens en waarnemingen van kinderartsen reden tot voorzichtig optimisme.