Miljarden van Sophie Hermans voor 'vergroening': Nederland zwemt een fuik in en Tata Steel dicteert straks het kabinetsbeleid
In dit artikel:
Sophie Hermans (demissionair minister voor Klimaat en Groene Groei, VVD) heeft vlak voor haar vertrek een pakket van 2 miljard euro toegezegd aan Tata Steel voor de gedeeltelijke vergroening van de staalproductie in IJmuiden (project ‘Groenstaal’). Het bedrag bestaat uit circa 1,8 miljard aan subsidie en een achtergestelde lening van 200 miljoen die kan worden kwijtgescholden bij succes; 600 miljoen is specifiek bestemd voor maatregelen die de gezondheid van omwonenden moeten verbeteren. Tata zelf moet volgens Hermans nog tussen de 2,3 en 4 miljard euro bijleggen om het project te realiseren.
De timing van de toezegging is gevoelig: de Kamer gaat in verkiezingsreces en er is voorlopig geen politiek debat mogelijk; Hermans staat bovendien niet op de VVD-lijst voor de verkiezingen van 29 oktober. Critici benadrukken dat het om een van de grootste individuele bedrijvensteunoperaties van recente datum gaat — ruwweg 250.000 euro subsidie per arbeidsplaats in IJmuiden — en dat het meer lijkt op een reddingsoperatie dan op normaal staatsingrijpen met terugverdienmogelijkheden.
Adviescommissies zouden hebben geconcludeerd dat de plannen zonder zo’n ‘maatwerkafspraak’ niet uitgevoerd zouden worden, wat erop wijst dat Tata zonder overheidsgarantie niet van start was gegaan. Ook is er veel aandacht voor lobbyverbanden: sleutelfiguren rond de beoordeling hebben banden met de industriële lobby of Tata zelf, en Tata-managers creëerden publiciteit rond het akkoord voordat het formeel rond was.
Inhoudelijk betreft het plan aanvankelijk een omschakeling van één hoogoven van kolen naar gas, met de ambitie op termijn (maar onbepaald in tijd) over te schakelen op biogas of waterstof. Tegenstanders wijzen erop dat het gebruik van gas voor zware industrie haaks kan staan op het landelijke beleid om fossiel gasgebruik te beperken, en dat het kortetermijnvoordeel voor de uitstoot de langere klimaatdoelstellingen kan ondermijnen. Daarnaast blijft veel onzeker: cruciale onderdelen van de overeenkomst zijn nog “in beweging” en een bindende deal kan nog tot een jaar op zich laten wachten.
Financiële risico’s voor de Nederlandse staat lopen op meerdere fronten. Naast de directe subsidie moet de overheid mogelijk infrastructuurkosten dragen (zoals aanleg van waterstofnetten en CO2-transport en -opslag). Tata heeft ook ontsnappingsclausules opgenomen — bijvoorbeeld als de nationale CO2-heffing of de nettarieven voor elektriciteit te hoog blijken — waarmee het bedrijf de mogelijkheid behoudt zich terug te trekken. Daarmee liggen er impliciete verplichtingen voor toekomstige kabinetten.
Hermans rechtvaardigt steun deels vanuit het perspectief van Europese strategische autonomie: eigen staalproductie en recycling zouden belangrijk zijn voor Europa. Critici spreken van deelname aan een Europese subsidierace, waarin landen elkaar steunen om industrie te behouden. Conclusie: de toezegging is omvangrijk en voorlopig, met aanzienlijke politieke en financiële risico’s en veel openstaande vragen voor toekomstige regeringen.