Miljarden naar klimaatbeleid: wat levert het echt op?
In dit artikel:
Rob Jetten’s rekensom — een daling van slechts 0,000036 °C waarvoor minimaal 28 miljard euro nodig zou zijn — dient in het artikel als vertrekpunt voor scherpe kritiek op het Nederlandse klimaatbeleid. De kernboodschap is dat Nederland en individuele beleidsmaatregelen verwaarloosbaar zijn voor de mondiale temperatuurontwikkeling, dat CO2 volgens de auteur niet de belangrijkste oorzaak van klimaatverandering is en dat enorme publieke middelen worden uitgegeven zonder noemenswaardig effect.
Belangrijkste feiten en cijfers uit het stuk:
- Biomassa: sinds 2008 ongeveer €12 miljard besteed; volgens de schrijver leidt verbranding van biomassa eerder tot hogere CO2-uitstoot dan tot vermindering.
- Elektrisch rijden: circa €12 miljard aan directe subsidies, fiscale voordelen en laadinfrastructuur (SEPP/SEBA, bpm/mrb, MIA/Vamil). Het artikel stelt dat dit weinig aantoonbare klimaatwinst heeft opgeleverd, dat veel EV’s moeilijk verkoopbaar zijn en dat recycling en netbelasting problemen zijn.
- Windenergie: onshore via SDE-regelingen €5–6 miljard sinds 2008; offshore €10–12 miljard sinds 2015; totaal sinds 2010 naar schatting €20–25 miljard uitgegeven aan wind. De netinfrastructuur (TenneT) kostte nog eens €4–5 miljard.
- Totaal klimaatgerelateerde bestedingen: directe uitgaven €40–50 miljard; fiscale voordelen €20–30 miljard; investeringen in net/infra circa €20 miljard; klimaatsfonds toegewezen €35 miljard (20–25 miljard uitgekeerd). Opgeteld meer dan €100 miljard aan gemeenschapsgeld sinds circa 2010.
- Geclaimde opbrengst: volgens het artikel is de cumulatieve CO2-besparing sinds 2010 circa 100–120 megaton CO2-eq — ongeveer gelijk aan één jaar Nederlandse emissies — terwijl het mondiale CO2-gehalte (ppm) volgens genoemde bronnen steeg van 389 ppm in 2010 naar naar verwachting 427 ppm in 2025.
- Wereldcontext: China bouwt honderden kolencentrales bij; Nederland draagt volgens het artikel ongeveer 0,42% bij aan mondiale CO2-uitstoot.
De auteur concludeert dat Nederland zijn welvaart opoffert voor een marginale, volgens hem onmeetbare invloed op het klimaat, en dat kritisch debat hierover wordt weggezet als “ontkenning” of complottheorie. Ook wordt aangevoerd dat natuurprocessen veruit het grootste deel van de CO2 uitstoten en dat de menselijke bijdrage verwaarloosbaar klein zou zijn.
Kort kritische context (verkort): veel van de technische beweringen in het artikel — zoals de interpretatie van menselijk aandeel in CO2 en de directe koppeling tussen specifieke subsidies en nul effect — zijn onderwerp van wetenschappelijke en economische discussie. Klimaatwetenschap onderscheidt emissiestromen en netto-opbouw van CO2 in de atmosfeer; de consensus onder klimaatwetenschappers is dat door menselijke emissies de atmosferische CO2-concentratie is gestegen en dat die stijging substantieel bijdraagt aan opwarming. Kosten, baten en effectiviteit van specifieke beleidsinstrumenten blijven daarnaast onderwerp van politiek-economische afwegingen.