Militaire coup van Bouterse tekende het leven van Jörgen Raymann (59): 'Mijn vader kwam thuis met verstandelijk vermogen van een 8-jarige'
In dit artikel:
Jörgen Raymann (59) leeft voortdurend tussen twee werelden: Suriname en Nederland. Geboren in Amsterdam in 1966, verhuisde hij als baby met zijn ouders naar Suriname; op zijn 19e ging hij terug naar Nederland om te studeren. Zijn carrière als cabaretier en tv-maker ontstond deels in Suriname — waar hij begon als stand-up in een restaurant — en brak later door in Nederland met onder meer het programma Raymann is laat (vanaf 2001). Raymann speelt typetjes zoals Tante Es, Edsel en Achmed, waarmee hij zowel de warmte van de Surinaamse cultuur als sociale misstanden belicht.
Belangrijke keerpunten in zijn leven hangen samen met de politieke chaos in Suriname. Hij herinnert zich de onafhankelijkheidsviering van 25 november 1975 nog goed als een moment van hoop, maar na de militaire coup van 1980 veranderde het leven dramatisch: nachtelijke schietpartijen, arrestaties en angst in de samenleving. Zijn vader, een Surinaamse accountant, werd meerdere keren opgepakt en onder druk gezet door de militairen; de stress leidde tot een inzinking en hersenbeschadiging, waardoor hij nooit meer dezelfde werd. Later verhuisden zijn ouders naar Nederland, waar zijn vader therapie kreeg maar uiteindelijk aan kanker overleed. Raymann verloor ook vroeg zijn zus Peggy, wat diepe sporen naliet.
Privé speelt zijn familie een centrale rol. Zijn moeder woont in Almere, op korte afstand van zijn huis, en hij prijst haar veerkracht: zij verloor binnen tien jaar meerdere dierbaren en hield toch de familie bij elkaar. Raymann en zijn vrouw Sheila hebben twee dochters, Melody en Jahlisa. Sheila speelde een cruciale rol in zijn leven door hem uit een periode van drugsgebruik te halen. Hij denkt serieus na over permanent terugkeren naar Suriname of daar langere periodes door te brengen, en overweegt zijn moeder mee te nemen als hij dat doet.
Raymann ervaart zijn dubbele identiteit scherp: “Hier ben ik Surinamer, in Suriname ben ik die Nederlander.” In Nederland merkt hij een verharding van racisme: vroeger noemde hij het vooral “dommigheid”, nu ziet hij meer kwaadaardigheid en het stereotype van migranten als zondebok. Tegelijk voelt hij zich diep verbonden met Nederland — hij zat in bestuurdersfuncties zoals het Oranje Fonds en is lid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei — en zegt hij zich voor honderd procent onderdeel van de maatschappij te voelen. Zijn dilemma is representatief voor veel mensen met een migratieachtergrond: betrokkenheid en erkenning versus de drive om elders meer thuis te zijn.
Artistiek verwoordt Raymann maatschappelijke thema’s via zijn typetjes. Tante Es is gebaseerd op zijn grootmoeder en illustreert gastvrijheid, gezelschap en kritiek op normen; Edsel en Achmed werden ingezet om taal- en cultuurvooroordelen bloot te leggen. Over de hedendaagse discussie rondom stereotypering en ‘woke’ stelt hij dat verandering onvermijdelijk is, maar dat artiesten binnen het theater nog altijd ruimte nodig hebben om vrij te kunnen spelen en te prikkelen.
Vanaf 2 april start Raymann met een nieuwe theatershow, Welkom thuis waar niemand op je zit te wachten, die thema’s van thuis en identiteit onderzoekt en waarin Tante Es terugkeert. Emotioneel blijft hij zichtbaar geraakt door het verlies van zijn vader en zus, maar hij zegt nu voor meer te leven en plezier te zoeken zodat hij hun nalatenschap eert. Zijn uiteindelijke wens voor zijn eigen afscheid — gecremeerd worden en de as deels in de Surinamerivier, de Amstel en het IJsselmeer strooien — weerspiegelt die dubbele binding met beide landen.